- 11 -
satie geen rol mag spelen bij het al dan niet gunstig beoordelen van
een subsidie-aanvraag.
Raadslid de Lange zegt dat raadslid van de Kreeke graag zou zien dat
mevrouw Rienks nog eens een keer haar excuses aanbood door te zeggen,
dat zij hem ten onrechte het woord heeft ontnomen. Hij meent, dat één
keer genoeg is; dat hoeft geen twee of drie keer te gebeuren.
Raadslid van de Kreeke betoogt, dat mevrouw Rienks nooit of te nimmer
gezegd heeft, laat dat duidelijk zijn, dat zij hem het woord heeft
ontnomen om die en die reden. Mevrouw Rienks heeft wel gezegd dat ze
in voorkomende gevallen rekening zal houden met het een en ander. Hij
heeft geprobeerd in eerste termijn te zeggen dat het niet relevant is
hoe zij de vergaderingen leidt in deze zaken. Het enig relevante is,
dat zij aan het recht van een commissielid c.q. raadslid heeft ge
tornd, te weten het recht om advies uit te brengen. Hij is midden in
zijn advies gestoord met de mededeling dat hij zijn mond moest houden.
Daarop werd het woord gegeven aan raadslid Verstegen. Hij heeft inder
daad in eerste termijn aan raadslid Verstegen gevraagd om dat te er
kennen of te ontkennen. De heer Verstegen had zich niet qemeld. Hij
hoopt dat de voorzitter in deze zaak toch aan raadslid Verstegen het
woord zal willen geven in tweede termijn en hem wil vragen, wat hij
gehoord heeft.
Hij heeft verder gesproken met mensen op de publieke tribune, want als
men zo aangevallen wordt, gaat men aan zichzelf twijfelen. Er is er op
dit moment maar één belangrijk voor hem en dat is raadslid Mussers-
Bruijninckx. Zij heeft erkend, dat ook zij gehoord heeft, dat hem om
de genoemde reden het woord is ontnomen, dus in strijd met het regle
ment van orde.
Hij heeft niet gevraagd om excuses. In de vorige raadsvergadering
heeft de V.V.D. iemand gevraagd zijn excuses te maken. Dat zult u hem
niet horen doen. Dat hoeft ook helemaal niet. Hij vraagt in voorkomen
de gevallen het reglement van orde te eerbiedigen. Dat is tot nu toe
nog niet gezegd. Er is wel gezegd, dat er rekening mee zal worden ge
houden met de manier van vergaderen. Het essentiële is er niet uit ge
komen en dat moet er uit komen. Zolang dat er niet uit komt, is voor
lopig voor hem de commissievergadering taboe.
Voorzitter, zo vervolgt hij, u heeft zeer kort gereageerd op datgene
wat ik zojuist gezegd heb. Ik kan me dat voorstellen; u wil wel van
die zaak af. Het valt mij ontzettend tegen, dat u met deze korte reac
tie de discussie wil sluiten.