In het goedgekeurde verslag van 14 mei 1984 staat inderdaad, en dat is goedgekeurd door de toen aanwezige commissieleden maar afgekeurd door mij via mijn brief, dat de voorzitter de discussie sloot en dat is waar. De voorzitter sloot op een gegeven moment de discussie. Er staat alleen niet bij, dat de voorzitter de discussie sloot door mij het woord te ontnemen omdat ik langer sprak ten opzichte van anderen. Het is helemaal niet moeilijk om kort te spreken als je alleen maar hoeft te zeggen: "Ik ben het eens met het college". Ik was het niet eens met het college en u bent van mij gewend dat, als ik zeg: "25% verhoging voor Centrale Antenne-inrichting is niet nodig", ik dan de redenen noem waarom dat niet nodig is en dat ik dan ook nog een keer zeg, waar het geld vandaan moet komen. Dan heb ik 10 minuten nodig. En als 10 minuten te lang zijn ten opzichte van het commissielid, dat alleen maar hoeft te zeggen: "ik ga er mee accoord", dan is dat iets dat vol komen in strijd is met dat wat ik hier heb opgelezen, namelijk art. 7 sub e van het reglement van orde, waarin staat, dat ik het recht heb om dat te doen. In het commissieverslag van 14 mei 1984 staat, dat mevrouw Rienks heeft gezegd: "Zij ziet het als haar taak een al te breedvoerige dis cussie te voorkomen" en daarom heeft zij mij het woord ontnomen. In het goedgekeurde verslag staat, dat ik heb gezegd, dat mij het woord werd ontnomen en mevrouw Rienks heeft daarna gezegd de reden waarom zij mij het woord heeft ontnomen. Daar staat dus, dat mij inderdaad het woord is ontnomen met de reden erbij. En die reden om een commis sielid het woord te ontnemen is in strijd met het reglement van orde. Als er gehandeld wordt in strijd met het reglement van orde dan dient daartegen opgetreden te worden en dat wenst het college niet te erken nen. Ik denk, dat diverse andere raadsleden niet goed snappen waar ze op dit moment mee bezig zijn, door hier toestemming voor te geven. Het wordt weer ontkend, voorzitter, ook in tweede termijn door u, dat er in strijd met het reglement van orde is gehandeld. Het incident niet verder opblazen, hoor ik zeggen. Nou, dat wil ik dan ook heel graag. Maar erken dan gewoon een keer, hier in het openbaar, dat het reglement van orde niet juist is toegepast en het incident is geslo ten. Zolang die erkenning er niet is, is dat een hele kwalijke zaak. Als het ontkend wordt, zoals in die brief gedaan is, die het college mij heeft geschreven, dat het anders is gegaan dan geschetst werd in mijn brief van 18 mei 1984, dan word ik, via een ingewikkelde zins bouw, een leugenaar genoemd. Niet letterlijk, maar het komt exact op hetzelfde neer. Als de collega-raadsleden dat nemen, dan vrees ik dat - 12 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 38