- 13 -
het onderling vertrouwen voor langere tijd binnen deze gemeenteraad
verdwenen is en dat vind ik een hele jammerlijke zaak. Het woord ont
nomen worden kan maar op één manier ervaren worden. U hebt zojuist ge
zegd dat mijn interpretatie anders is. Het kan maar op één manier er
varen worden en dat is in dit geval, dat de voorzitter fout zit.
Indien andere commissieleden het eens zijn met een voorstel van het
college, hebben zij, zoals ik al gezegd heb, weinig tijd nodig. Ik heb
daar wat meer tijd voor nodig, omdat ik een goed advies aan het colle
ge wil geven en een onderbouwd advies.
Daar ik weet, dat ik geen tweede termijn zal krijgen en een interpel
latie in dit geval waarschijnlijk ook moeilijk zal zijn, wil ik u dit
zeggen: Als ik niet mijn recht krijg, waar ik recht op heb en waar ik
voor honderd procent van overtuigd ben, dan zal ik overwegen om alle
bescheiden naar de Commissaris van de Koningin te sturen en te verxoe-
ken een grondig onderzoek in deze zaak in te stellen. U kunt erom
lachen als u dat wilt, maar ik heb bijna gehuild toen raadslid van
Beek in eerste termijn sprak. Ik neem zonder meer aan dat ook de aan
tekeningen en het concept-verslag van de secretaris van de commis
sie bewaard zullen blijven. Als die verdwenen zijn, voorzitter, dan
bent u daar uiteraard verantwoordelijk voor.
Raadslid Klussers-Bruijninckx zegt, dat zij op de publieke tribune
aanwezig was bij de commissievergadering van 14 mei 1984. Zoals een en
ander bij raadslid van de Kreeke overgekomen is, zo is het ook bij
haar overgekomen.
Aan het adres van raadslid van Beek zegt zij, dat het niet zo is dat,
waar zij raadslid is en zij nu betrokken is bij de Kinder- en Jonge
rentelefoon, zulks van enige invloed is op het al dan niet verlenen
van subsidie. Zij wil alleen nogmaals benadrukken, dat de raad weet
dat haar fractie van het begin af aan vóór het verlenen van subsidie
is geweest.
Raadslid Collette verbaast zich over de intolerantie en de verharding
van eikaars standpunten en betreurt de sfeer in de raad, die tengevol
ge daarvan is ontstaan. Hij vraagt zich af of we nu bezig zijn de be
langen van Teteringen en haar burgers te dienen of met het kweken van
een mentaliteit, die een optimaal functioneren onmogelijk maakt.
In deze context vindt hij het jammer dat de vingerwijzing om met alle
partijen rond de tafel te gaan zitten, die hij als fractievoorzitter
namens het C.D.A. gaf, nog niet is opgevolgd.