- 31 -
ningen in dit gebied op minder grote percelen dan het bestemmingsplan
voor nieuwe woningen eist. Volgens het vigerende bestemmingsplan zouden
deze woningen moeten verdwijnen. Daarom ook mag er niets aan gebeuren.
Ze mogen niet aangepast worden aan de eisen van de moderne tijd. Men
vond indertijd, dat deze woningen moesten verdwijnen. Het gaat daarbij
vooral om de huizen langs de Wildhage. Het huidige bestemmingsplan da
teert al van 1966. Een aantal van oudsher bestaande situaties is niet
helemaal goed geregeld. De bedoeling van de herziening van het plan is
om juist voor die kleine woningen de mogelijkheid te scheppen om ze op
een redelijke wijze beter bewoonbaar te maken.
Het college is van mening, dat deze woningen niet behoeven te verdwij
nen. Maar dan moet het wel mogelijk gemaakt worden om ze aan moderne
wooninzichten aan te passen.
Het is niet de bedoeling van het college om te gaan afwijken van het
bepaalde, dat voor het oprichten van een nieuwe woning het betreffende
perceel minimaal 5000 m2 groot moet zijn.
De voorzitter voegt hier nog aan toe, dat het een wettelijke verplich
ting is om bestemmingsplannen periodiek te herzien.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders.
12. Voorstel tot het beschikbaarstellen van een crediet voor het bouwrijp-
maken van de 3e fase van het bestemmingsplan Het Kerkeind".
Raadslid van Geffen vraagt of het bouwrijpmaken van deze fase in gedeel
ten zal geschieden of zal het werk in een keer in zijn geheel uitge
voerd worden?
Raadslid van de Kreeke vraagt, mede in verband met agendapunt 6, of het
college al weet, wie en hoeveel ondernemers, uiteraard na aanvaarding
van dit voorstel, tot onderhandse aanbesteding uitgenodigd zullen gaan
worden.
Voorts wil hij graag weten, hoe het staat met de voorraad grond, be
schikbaar voor de bouw van woningwetwoningen. Is die voorraad groot ge
noeg of moet er vaker bouwgrond voor premiewoningen bestemd worden voor
woningwetwoningen?
Raadslid Joosen had de indruk, dat het college van plan was deze fase
aan de aannemer, die ook de andere fasen uitgevoerd heeft, aan te beste
den. Hij vindt het een lichtpuntje, dat er in ieder geval over gesproken
kan worden. De commissie Financiën is inzake dit crediet gehoord. Bij
een vorige gelegenheid was die commissie van oordeel, dat er meer be
drijven tot inschrijving uitgenodigd moesten worden. Het college heeft