- 20 -
14. A.A.J, van Kakerken te Teteringen
15. M.M.F.N. Biemans te Teteringen.
Deze bezwaarschriften geven ons aanleiding tot de navolgende overwegingen
en voorstellen:
Ad 1.
Omdat ter plaatse aan het Hoeveneind 91 geen agrarisch bedrijf meer
wordt uitgeoefend, is aan dit pand in het ontwerp-bestormingsplan de
bestemming "Woning A" gegeven. Reclamant maakt daar bezwaar tegen cmdat
het pand sedert 1954 met vergunning van Gedeputeerde Staten wordt ge
ëxploiteerd als kampeerbedrijfReclamant wenst thans een zodanige
bestemming voor het pand, waarvan hij medeëigenaar is, dat de exploi
tatie van een kampeerbedrij f (kampeerboerderijook bestemningsplan-
technisch tot de mogelijkheden gaat behoren.
Naar aanleiding van dit bezwaarschrift merken wij cp, dat Gedeputeerde
Staten van Noord-Brabant bij besluit van 12 mei 1954, G nr. 73770, aan
de vader van reclamant voor onbepaalde tijd een vergunning hebben verleend
tot het exploiteren van een kampeerbedrijf op zijn boerderij. Thans wordt
ter plaatse geen agrarisch bedrijf meer uitgeoefend.
Reclamant wil daar nu een kampeerboerderij gaan exploiteren.
Wij hebben nagegaan, in hoeverre ter plaatse een permanente kampeerboer
derij toelaatbaar is.
Wij zijn daarbij tot de conclusie gekcmen, dat de exploitatie van een
kampeerboerderij ter plaatse geen belangrijke beperkingen zal leggen op
het functioneren van de omliggende agrarische bedrijven en de mogelijk
heden tot nieuwe agrarische vestigingen niet extra zal belemmeren.
Als recreatief "uitloopgebied" voor de kampeerboerderij kan de Vraggelse
Heide dienen. De afstand tot dit bosgebied is zeer gering. Een bijzon
dere verzwaring van de recreatieve druk op dat gebied zal de kampeerboer
derij niet veroorzaken.
Wij stellen dan ook voor het bezwaarschrift gegrond te verklaren en op
de plankaart de bestemming "Woning A" te wijzigen in "Kampeerboerderij".
Ad 2.
Reclamant maakt bezwaar tegen de bestemming "Woning A" zoals gegeven aan
het pand Oosterhoutseweg 112, cmdat dit pand in de toekomst een belang
rijke plaats zal gaan innemen in het veehouderijbedrijf, dat hij samen
met zijn zoon in maatschap exploiteert.
In de toekomst zullen ter plaatse bedrijfsgebouwen nodig zijn, weshalve
reclamant vraagt cm de bestemming "Woning A" te wijzigen in de bestem-