Reclamant is voorts van mening, dat voor een goede ruimtelijke ordening
binnen het primair agrarisch gebied volstaan kan worden met de toepas
sing van de zgn. "vrije vestigingsmethode" waarbij ter regulering van
de concentratie van de bebouwing het verbale bouwblok gehanteerd kan
worden.
Daarmee wordt nieuwe agrarisch bebouwing op basis van een directe
bouwtitel mogelijk en tevens worden de nadelen van de gehanteerde bouw
blokmethode voorkorten
Inzake het vorenstaande merken wij op, dat het bouwbloksysteem geen
vorm van onnodige regulering is. Per situatie is in overleg met belang
hebbende en rekening houdend met de situering ten opzichte van andere
bedrijven en burgerwoningen de begrenzing van de bouwblokken bepaald.
Door deze aan te geven op de plankaart wordt voor eenieder op ondubbel
zinnige wijze vastgelegd op welke wijze de ruimtelijke ontwikkelingen
kunnen plaatsvinden.
Het door reclamant voorgestane "verbale" bouwbloksysteem biedt tenslotte
weinig tot geen rechtszekerheid.
Wij stellen voor dit bezwaar ongegrond te verklaren.
Reclamant heeft er bezwaar tegen, dat binnen de gronden met de bestem
ming "primair agrarisch gebied" geen mogelijkheid wordt geboden voor de
vestiging van of de uitbreiding tot een mammoetbedrijf voor intensieve
veehouderij. Naar zijn mening zijn er geen redenen van ruimtelijke aard
op grond waarvan een dergelijk groot agrarisch bedrijf bij voorbaat en
absoluut moet worden uitgesloten. Via een wijzigingsbevoegdheid zou de
vestiging van of uitbreiding tot een mairmoetbedrijf voor intensieve
veehouderij mogelijk gemakt moeten warden.
Inzake het vorenstaande merken wij op, dat binnen het Teteringse grond
gebied de ruimte voor de vestiging van maimoetbedrijven voor intensieve
veehouderij uiterst beperkt is. Het "hogere" zandgebied is reeds te in
tensief bebouwd cm plaats te bieden aan dergelijke bedrijven zonder dat
zulks tot milieuproblemen aanleiding zou geven. Landschappelijk waarde
volle gebieden lenen zich niet of zeer slecht voor de zeer grootschalige
bebouwing, inherent aan dergelijke bedrijven.
Gezien zijn doelstellingen kant ook het visueel open gebied voor derge
lijke vestigingen niet in aanmerking, waarbij opgemerkt wordt, dat de
vestiging van mammoetbedrijven voor intensieve veehouderij in een stads-
randzöne zonder meer moet worden afgewezen, cmdat dergelijke bedrijven'
op geen enkele wijze een bijdrage leveren aan het goed functioneren van