- 35 -
Reclamante heeft er bezwaar tegen dat aan paragraaf 15, sub D I de
navolgende werken en werkzaamheden, die veelal directe gevolgen
kunnen hebben voor de aanwezige natuurwetenschappelijke waarden, te
weten:
e.werken of werkzaamheden welke wijziging van de (grond)waterhuis
houding of de (grond) waterstand beogen of ten gevolge hebben;
f.het aanbrengen of aanleggen van oeverbeschoeiingen, kaden of
aanlegplaatsen
ontbreken.
Wij merken hierbij op,
ad e
dat de onderhavige gronden ten opzichte van het grondwater betrek
kelijk hoog liggen, zodat verondersteld mag worden, dat bedoelde
ingrepen geen invloed zullen hebben op de onderkende waarden, die
hoofdzakelijk gelegen zijn in de aanwezigheid van beplanting.
Zolang er geen sprake is van een waterhuishoudkundige eenheid wordt
het aan een aanlegvergunning binden van bedoelde werkzaamheden niet
doelmatig geacht, cmdat ook door ingrepen van buiten de bestemming
ongewenste effecten kunnen optreden.
Zulks is in dit geval belangrijk cmdat een deel van het gebied
gelegen is in een waterwingebied.
Wij stellen voor dit bezwaar ongegrond te verklaren,
ad f
in de onderhavige bestemming bevinden zich geen watergangen e.d.
Wij stellen voor dit bezwaar ongegrond te verklaren.
Reclamante wenst voorts aan het onderhavige artikel de bepaling:
het toepassen van herbiciden en bestrijdingsmiddelen" toegevoegd
te zien.
Hierbij merken wij op, dat het op grond van het door eigenares
voorgestane beheer van het gebied minder doelmatig lijkt de bedoelde
werkzaamheden aan een aanlegvergunning te binden.
Wij stellen voor dit bezwaar ongegrond te verklaren.
Reclamante heeft bezwaar tegen de wijzigingsbevoegdheden als opge
nomen in paragraaf 38, sub 3 met betrekking tot de bestemmingen
"agrarisch gebied met landschappelijke waarde" en "visueel open
agrarisch gebied met landschappelijke waarde" ten behoeve van