- 15 -
Hij vindt het jammer, dat er slechts bouwgrond voorradig is voor 141
woningen terwijl we al enige tijd weten dat er een prognose gemaakt
moet worden voor de komende vijf jaren.
Raadslid Joosen zegt dat hij van de wethouder begrepen heeft, dat er
slechts contingenten worden toegewezen als daar bouwrijpe grond voor
aanwezig is. Dan ziet het er naar zijn mening treurig uit. Hij dringt
daarom sterk aan op een plan tot verdichting van de woningbouw. Zijn er
in de lijst van woningzoekenden ook toekomstige partners opgenomen.
Blijken dergelijke gegevens uit de vragenlijsten? Was het niet zo, dat
het college niet veel voelde voor sociale woningbouw op het Willem A-
lexanderplein?
Raadslid Collette vraagt of de gemeente überhaupt nog mogelijkheden
heeft om tot verwezenlijking van nieuwe plannen te kunnen komen.
Wethouder Vossenaar-Blokdijk zegt in haar antwoord aan raadslid van de
Kreeke dat bij de woningbouwprogrammering inderdaad uitgegaan is van
het totale aantal van 141 woningen en niet van het aantal
woningzoekenden. Een prognose van het aantal woningzoekenden over vijf
jaren zou best opgesteld kunnen worden wanneer het over grote aantallen
ging. Dan zal de afwijking gering zijn. Een dergelijke prognose is hier
echter minder noodzakelijk omdat jaarlijks bijstelling plaats vindt.
De voorzitter merkt op dat het getal 42 dat aangetroffen wordt in de
jaren 1986 en 1987 niet overschreden kan worden. Dat is getaxeerd op
het richtgetal. Het is ons niet mogelijk om in een planning op te nemen
dat er b.v. in 1986 146 woningen gebouwd gaan worden.
Wethouder Vossenaar-Blokdijk vervolgt en zegt dat het uitsluitend de
raad is, die zal vaststellen hoeveel woningen er in Kerkeind 4 gebouwd
zullen gaan worden. Een dergelijk besluit is tot op heden nog niet ge
nomen.
Raadslid van de Kreeke merkt bij interruptie op dat bij een prognose
al is uitgegaan van een verdeling 40» 4020.
Wethouder Vossenaar-Blokdijk zegt dat het college in dit stadium geen
aanleiding zag om enige andere verdeling voor te stellen. Wil de raad
straks een andere verdeling dan zal het college dat wel horen. Zij
vindt dat raadslid van de Kreeke voorbarige conclusies trekt. Op basis
daarvan kan hij met dit voorstel niet instemmen. Hij vergeet daarbij
kennelijk dat er een jaarlijkse bijstelling plaatsvindt. Tot raadslid
Joosen zegt zij dat in Kerkeind 4 de sociale woningbouw 80% van het to
taal aantal te bouwen woningen omvat. Uit de vragenlijsten van de wo
ningzoekenden blijkt inderdaad of partners zich afzonderlijk als wo-