-6-
Wijziqinqen door externe omstandigheden
Inkomsten
A. Uitkeringen uit het gemeentefonds
Het meest afhankelijk is de gemeente van de middelenstroom van het
rijk, met als belangrijkste bron de algemene uitkering uit het ge
meentefonds.
De ontwikkeling van de financiën bij de rijksoverheid is daarom van
groot belang voor de vooruitzichten van de gemeentelijke financiën.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken heeft bij circulaire van
29 juni 1984 de uitkeringen uit het gemeentefonds voor 1984 (bij
stellingen) en 1985 alsmede het meerjarenperspectief voor 1986 t/m
1989 bekend gemaakt.
Op grond hiervan kan worden vastgesteld dat de uitkeringen uit het
gemeentefonds t.o.v. de oorspronkelijke ramingen met 16.000,in
1984 en oplopend tot 23.000,in 1988 kunnen worden verhoogd.
B. Uitkeringen van het rijk t.b.v. het lager onderwijs.
Met ingang van het schooljaar 1983/1984 zijn drie semi-permanente
lokalen behorende bij de Helder Camaraschool buiten gebruik ge
steld.
De in de primitieve begroting 1984 geraamde rijksvergoedingen wor
den voor deze lokalen niet meer beschikbaar gesteld.
Daarnaast kan met een hogere vergoeding t.b.v. het gymnastiekonder
wijs rekening worden gehouden.
Het nadelig budgettair effekt is op 21.000,te becijferen.
Uitgaven
C. Stortrechten huisvuil
Ingevolge de Wet Afvalstoffen zijn op de afvalbergingsplaats Bavel
de nodige voorzieningen getroffen.
Het overleg tussen exploitant en Stadsgewest is inmiddels afgerond.
De stortrechten zijn met circa 50?ó verhoogd, hetgeen een lastenver
zwaring van circa 20.000,betekent.
D. Kapitaallasten
In de begroting 1984 zijn de rentelasten opgenomen tegen 9
De ontwikkeling van de rente (gemiddeld 8 en lager financie
ringstekort zijn voor ons aanleiding de rentelasten voor 1984 met
95.000,te verlagen. De lagere investering van 250.000,