De voorzitter verleent vervolgens het woord aan wethouder Vossenaar-
Blokdijk, die het volgende betoog houdt:
Lieve Collega,
"Daar sta je dan, daar ga je dan" (Dat zijn geloof ik, de beginregels
van 'n liedje). Jij gaat, ik sta hier, maar gelukkig niet helemaal al
leen namens mezelf.
In de weinige woorden die ik tot je zal zeggen, spreekt ook de stem van
mijn voorganger - Frans van Beek - mee. Hij en ik zijn jouw twee colle
ga's geweest in de zes jaren dat je hier als wethouder actief was.
"Actief", dat is precies het goede woord met betrekking tot jouw wijze
van werken en optreden.
Als collega's hebben wij dat dagelijks ervaren.
Frans van Beek in jullie zeker niet gemakkelijke startperiode. Destijds
was ik nog raadslid en ik verbaasde me over de snelheid waarmee je je
zaken eigen maakte, zoals ik me evenzeer verbaasde over de flair en
het schijnbare gemak waarmee je ons - als raadsleden toen - van ant
woord kon dienen.
Twee jaar later, toen ik je dagelijkse collega werd, heb ik gezien dat
het "schijnbare gemak" inderdaad schijn was.
Gedegen studie van van overal aangesleepte informatie en grondige voor
bereiding was de basis van waaruit jij gewerkt hebt. Dat is voor een
collega prettig en inspirerend. Temeer daar je nooit een geheim maakte-
van wat je wist.
Tussen ons als wethouders is altijd een grote openheid geweest; aan
vliegen afvangen hadden we geen behoefte en de zorg van de één was ook
de zorg van de ander.
Hoewel we voortkomen uit geheel andere politieke invalshoeken is altijd
ons gezamenlijk streven geweest de zaken zó voor te bereiden dat het
belang van de gemeente centraal stond.
Relativeren en denken in de schaal van een kleine Brabantse gemeente -
als Teteringen is misschien voor iemand van "landelijke komaf" niet zo -
eenvoudig, maar jij kon dat steeds opbrengen zonder overigens je af
komst te verloochenen.
Lieve collega, ik kan op deze plaats niet ingaan op alle herinneringen
die zich aan me opdringen; aan erg veel plezierige momenten; aan geza
menlijk hard werken; aan de tijd waarin we het zonder burgemeester
moesten klaren.