-15-
er aan te verklaren, dat hij die mening niet deelt. Als het niet om
bebouwing van het plein zelf gaat, dan vervalt een gedeelte van zijn
argumentatie. Maar daarnaast: er wordt een crediet van 20.000,ge
vraagd.Daarmee wordt iets in gang gezet. Dat is, zo zegt hij waarschu
wend, een gevaarlijke zaak. Er zijn in de landelijke politiek voor
beelden te over dat, een krediet eenmaal gevoteerd zijnde.de uitvoering
niet meer te stuiten is.Daar wil spreker met nadruk voor waarschuwen.
In het voorstel wordt gezegd, dat geen opdracht tot het ontwerpen van
een bestemmingsplan gegeven zal worden, als de studie van het college
niet positief uitvalt. Welke criteria zullen daarbij aangelegd worden?
Schoonheidseisen? functionele eisen? Enige toelichting op dit punt
ziet hij graag tegemoet.
Raadslid van de Kreeke zegt dat hij, vooraleer met de eerste termijn
te beginnen, graag een vraag wil stellen aan de heer Haveman.
De voorzitter zegt dit niet toe te staan. De heer van de Kreeke kan in
zijn betoog een opmerking maken en daar kan de heer Haveman in tweede
termijn op reageren.
Raadslid van de Kreeke zegt, dat hij gebruik wil maken van zijn recht
van interpellatie.
De voorzitter zegt, dat het Reglement van Orde daarin niet voorziet en
dat moet gehanteerd worden.
Raadslid van de Kreeke verzekert de voorzitter, dat het reglement
voorziet in het recht van interpellatie.
De voorzitter zegt, dat raadslid Haveman zijn betoog beëindigd heeft.
Raadslid van de Kreeke zegt, dat dit niets te maken heeft met het
recht van interpellatie. Vóór hij aan de eerste termijn begint, wil
hij voor alle duidelijkheid aan de fractie van de VVDeen vraag
stellen.
De voorzitter zegt, dat de heer van de Kreeke zich via hem tot de
fractie van de V.V.D. kan wenden.
Raadslid van de Kreeke vraagt vervolgens via de voorzitter aan de heer
Haveman, of hij tegen enige bebouwing is van de groenstrook aan de
Hoolstraat.
Raadslid Haveman antwoordt hierop, dat hij niet gezegd heeft, dat hij
tegen iedere bebouwing van de groenstrook is. Hij is tegenstander van
bebouwing van het Willem Alexanderplein, niet van bebouwing van de
groenstrook. Hij heeft daarnaast gezegd dat, als iets in gang gezet
wordt, men van tevoren goed moet overwegen, wat de consequenties daar
van kunnen zijn.