-16-
Raadslid van de Kreeke zegt er blij om te zijn, dat de VVD.-fractie
zo duidelijk geweest is. Hij heeft haar niet horen zeggen, dat ze niet
tegen bebouwing van de groenstrook is. Dat is nu duidelijk. De Partij
van de Arbeid is tegen iedere bebouwing van het Willem Alexanderplein
inclusief de groenstrook aan de Hoolstraat. Als men tegen zo'n bebou
wing is, behoeft men natuurlijk ook geen twintigduizend gulden te vo
teren om een plan te bedenken en daarop te gaan studeren. Studie ten
aanzien van de functie en een andere groenvoorziening van dat plein
zou zijn fractie wel toejuichen, maar geen studie ten aanzien van de
bebouwing. Er zijn al eerder kosten gemaakt om tot een plan tot bebou
wing van het Willem Alexanderplein te komen. Ook in dat eerdere plan
is de groenstrook meegenomen. Hij heeft geconstateerd - en dat haalt
hij uit het voorliggende voorstel - dat alleen de Partij van de Arbeid
bebouwing van het Willem Alexanderplein inclusief de groenstrook langs
de Hoolstraat afwijst. Hij betreurt het ten zeerste, dat alleen zijn
fractie zo denkt. Met dit voorstel meegaan betekent, en daar heeft de
heer Haveman ook al op gedoeld, instemmen met bebouwing. Dat alleen
zijn fractie tegen bebouwing is blijkt uit het voorstel. Daarin wordt
immers gezegd, dat in de Commissie Ruimtelijke Ordening en Volkshuis
vesting alle fracties - en daar zijn alle fracties in vertegenwoordigd
met uitzondering van de Partij van de Arbeid - vóór dit plan zijn.
Raadslid Verstegen zegt dat tijdens de begrotingsbehandeling voor het
dienstjaar 1983 door enige fracties bij de algemene beschouwingen de
vraag gesteld werd om de mogelijkheid te gaan bezien om te komen tot
een eventuele bebouwing van een gedeelte van het plein. In de
vergadering van de Commissie Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting,
gehouden in april 1983, werden plannen, vervat in een maquette, ter
discussie gesteld. Hieruit bleek, dat bebouwing nog al wat problemen
met zich zou brengen en als er gebouwd zou worden, zou dat beperkt
moeten blijven tot de groenstrook. Bij de begrotingsbehandeling 1984
werden in deze richting wederom vragen gesteld. Het antwoord van het
college was toen, dat het zich nog steeds interne beraadde op een ver
antwoorde reconstructie. De noodzaak en de haast was wat afgezwakt. In
de commissievergadering van oktober werd via een summier schetsplan-
netje een mogelijke invulling weer besproken. Daarbij bleek dat, wil
men wat ruimte overhouden voor een open plein, de bebouwingsmogelijk
heden gering zijn. Er werd zelfs aan gedacht het noordelijk gedeelte
van de daar ter plaatse wat bredere Hoolstraat bij het plan te betrek-
hen. Hoe meer men over dit plan praat en denkt, hoe meer men tot de o-
vertuiging komt dat het onverstandig is tot bebouwing over te gaan.
