i-K^Y< -fC
I 1 /~"'9
-27
De voorzitter zegt, dat hij niet over de meest recente cijfers be
schikt. Wat oudere gegevens leren hem, dat er in Oosterhout 750,
betaald moet worden. Tot raadslid Joosen zegt hij, dat het verschil van
70,gefinancierd wordt uit een reservefondsje.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkomstig het
voorstel van burgemeijster en wethouders.
17Voorstel tot goedkeuring van de verhoging van het onderhoudstarief van
de centrale antenne inrichting.
Raadslid van Beek zegt, dat het centrale antenne bedrijf een nog jong
bedrijf is, dat toch een rijke historie heeft. Tegelijkertijd is het
een bedrijf met zeer bescheiden middelen. Dat leidt er toe, dat de kos
ten van het renovatieproject, dat thans in gang is, moeten worden door
berekend aan de consument. We zouden dat wel graag anders zien, maar
geconstateerd moet worden, dat de historie van het bedrijf aan een en
ander debet is. Het gaat hier nu om een tak van dienst, waarbij de Raad
van Beheer alle bevoegdheden heeft. De financiële besluiten van de Raad
van Beheer behoeven slechts goedkeuring van de gemeenteraad. Het is
wellicht zinvol om eens kritisch naar die structuur te kijken. Er moet
immers geconstateerd worden, dat gemeentelijke bemoeiing met het cen
trale antenne bedrijf niet meer weg te denken is. De politieke verant
woordelijkheid voor dit bedrijf is in feite een gedeelde politieke ver
antwoordelijkheid. Toch een vreemde constructie. De burger kan zich dit
nauwelijks voor de geest halen. Daarom worden raadsleden er politiek op
aangesproken. Voor de duidelijkheid zou het goed zijn, indien dit be
drijf als een gemeentelijk bedrijf geexploiteerd zou kunnen gaan wor
den. Ook uit de Raad van Beheer komen dezelfde geluiden naar voren.
Raadslid van de Kreeke zegt, dat hij met teleurstelling in de vergade
ring van 20 december 1984 heeft geconstateerd, dat zij, die in onze ge
meente aangesloten zijn op de centrale antenne inrichting, in 1988
186,89 moeten betalen aan onderhoud. Hij heeft toen geprobeerd het op
te nemen voor hen, die dit bedrag nauwelijks of niet kunnen opbrengen.
Hij heeft nu uitgerekend dat, wanneer de raad dit voorstel aanvaardt,
er in 1988 geen 186,89 betaald moet worden, maar 202,37. Dat wordt
nu echt onaanvaardbaar, ook in relatie tot de tarieven met de omliggen
de gemeenten. Het is ook onaanvaardbaar dat voorgesteld wordt om in
1986 een gedeelte van de Buma-rechten door te berekenen. In de vergade
ring van december 1984 zei de voorzitter met betrekking tot deze door-