-10-
In de loop van vorig jaar heeft deze raad het bestemmingsplan Buitenge
bied vastgesteld. In nauwe samenhang daarmee zouden wij graag willen
weten of er nadere aankondigingen te doen zijn over de destijds aange
vraagde ruilverkaveling. Niet alleen is een goede ruilverkaveling in
het belang van de agrarisch betrokkenen, een goed verkaveld gebied
heeft een aanzienlijk sterkere bufferfunctie, óók als het gaat om moge
lijke herindeling van gemeentes. Wat die gemeentelijke herindeling be
treft: wij weten nog niet of we ons ongerust moeten maken. Volgens re
cente kranteartikelen veranderen de criteria voor herindeling met de
dag. Eén ding is ons in ieder geval duidelijk: het aantal inwoners van
een gemeente kan niet uitsluitend bepalend zijn voor de bestuurskracht
in die gemeente. Dat geldt niet alleen voor Teteringen.
Mijnheer de voorzitter, ik kom aan het eind van mijn betoog. leterin-
gen heeft voor 1985 een sluitende begroting met een adequate post "on
voorzien", een niveau van de onroerend goedbelasting dat ver onder het
wettelijk toegestane plafond ligt en met dekkingspercentages die bij
voorbeeld voor de reinigingsrechten de 60?ó nog niet bereiken. De voor
zieningen in ons dorp zijn goed en de toekomst ziet er in financieel
opzicht gunstig uit. Laten we dit zo houden. De Dorpsgemeenschap zal er
zijn best voor blijven doen. Ik dank u zeer.
Raadslid Haveman houdt hierna het volgende betoog:
Mijnheer de voorzitter,
Vorig jaar stonden wij in onze algemene beschouwingen uitvoerig stil
bij de positie van de gemeenten in het algemeen, die door de bezuini
gingsmaatregelen van de centrale overheid steeds problematischer wordt.
Daar de sociaal-economische toestand van ons land nog steeds niet
roos-kleurig is, zal door niemand betwist kunnen worden, dat er bezui-
nigd"omgebogen"moet worden. Maar, voorzitter, dat moet dan wèl bete
kenen, dat de evenredigheid, waarmee provincies en gemeenten moeten
bijdragen in die noodzakelijke bezuinigingen, voor de gehele kabinets
periode zal moeten gelden. Derhalve niet pas met ingang van 1985.
In de eerste jaren van de lopende kabinetsperiode hebben de gemeenten
onevenredig veel moeten ombuigen. Door de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten (VNG) werd dit in een brief aan de Staten-Generaal dd. 28
sept. 1984 nog eens overduidelijk aangetoond. Als mede-oorzaken van die
onevenredigheid moeten genoemd worden de zgn. profijtkortingen en de
slechts gedeeltelijk gecompenseerde bijstandsuitgaven.