-11-
Het Rijk wentelt op diverse fronten lasten af op de gemeenten, teneinde
de eigen ombuigingstaakstelling te realiseren. Zij bekommert zich daar
bij kennelijk niet om de effecten, die daardoor bij de gemeenten ont
staan
Ofschoon het opheffen van een groot aantal specifieke uitkeringen en
het overhevelen van de daarbij vrijkomende gelden naar het Gemeente
fonds zoetjesaan (of beter: te zoetjesaan) op gang komt, constateert
onze fractie, dat van het decentralisatie-beleid van de regering nog
niet veel terecht gekomen is. Met uitzondering dan - misschien wat
cy-nisch gezegd - van de decentralisatie van de tekorten.
Door dit alles zijn de gevolgen van de discrepantie tussen inkomsten en
uitgaven voor veel gemeenten niet meer te dragen en is hun financiële
toestand ronduit zorgwekkend. De VVD meent dan ook, dat de gemeenten nu
reeds hun ombuigingstaak volbracht hebben.
Als ik dan nu de Teteringse financiële toestand vergelijk met de gemid
delde gemeentelijke, dan staat Teteringen er relatief gunstig voor.
Want de Ontwerp-Begroting 1985 laat een budgettaire ruimte zien van
76.000,
Onze fractie wil uw college gaarne complimenteren met dit positieve re
sultaat in een tijd van matige economische groei. In dit compliment
willen we uiteraard de ambtenaren van de afdeling Financiën betrekken,
die ook nu weer zeer veel werk, onder vaak moeilijke omstandigheden,
hebben volbracht en ons een duidelijk en overzichtelijk
begrotingsbeeld hebben voorgeschoteld. De nieuwe comptabiliteitsvoor-
schriften hebben hierbij in de praktijk bewezen te voldoen.
Het begrotingsbeeld, meneer de voorzitter, is evenwichtig, evenals dat
p van de Meerjarenbegroting. De algemene lastenstijging is voor de burger
beperkt gebleven tot een minimum onder de gegeven omstandigheden, waar
bij vooral verheugend is, dat de 0GB niet verhoogd hoeft te worden. Het
financiële beleid, zoals dat door u in de stukken wordt gepresenteerd,
heeft dan ook de instemming van onze fractie.
Het meerjarenperspectief kan, met uitzondering van 1986, ook gunstig
genoemd worden. De uitgaven- en inkomstenramingen zijn gebaseerd op
reële veronderstellingen. Niettemin blijven er een aantal onzekerheden,
meneer de voorzitter.
Een doorzetten van de rentedaling zal positieve effecten hebben op on
ze financiële positie.
Als mogelijke negatieve effecten zijn echter te noemen:
- het ombuigingsbeleid van de Regering wordt nog verder aangetrokken;