-41-
deeld genoegen. Voor de ontvanger, in deze het C.D.A. een uitermate
trieste ervaring bij het lezen daarvan. Teteringen is met sprongen ach
teruit gegaan. En de vraag rijst dan meteen: Wat kan de gemeente binnen
de wettelijke voorschriften daaraan méér doen, dan zij nu doet? Ver
heugd valt bij het doorlezen van dit verslag te constateren, hoe groot
de inspanningen zijn die de medewerkers van de afdeling Sociale Zaken
zich getroosten, bij de uitermate zorgvuldige begeleiding van de be
trokkenen. En dat is niet alleen een goede, maar ook uitermate belang
rijke zaak. Het noodzakelijke terugdraaien in de hoogte van de vergoe
dingen door het Rijk, en het moeten accepteren om daarmede te leven
door de betrokkenen, in vele gevallen buiten hun wil om, resulteert tot
een aanhoudende zorg. Een zorg die speciaal geldt voor die categorie,
die niet krachtens de "Regeling Algemene Bijstands Wet" of anderszins
geholpen kan worden. De C.D.A.fraktie in deze gemeente meent, dat mid
delen gevonden moeten worden, om deze betrokkenen enig soulaas te bie
den. De fraktie richt zich dien overeenkomstig met het voorstel tot het
college, om binnen de voorschriften op een zo kort mogelijke termijn te
komen tot het oprichten van een fonds, van waaruit voor deze betrokke
nen geput zou kunnen worden. Voorts stelt zij de vraag of het college
bekend is met de voorgestelde vorm bij andere gemeenten. En zo niet, is
het college bereid onderzoek hiernaar te verrichten.
Volksgezondheid.
Onlangs is in de commissie vergadering van O.C.W., ook in stadsgeweste
lijk verband uitvoerig gesproken over het afvalproject Teteringen.
Daarbij staat voor het C.D.A. vast dat de gemeente Teteringen die als
eerste in stadsgewestelijk verband met dit project van start is gegaan,
verdient ook in financiële zin ermee te kunnen doorgaan en uit te brei
den. Zij zou de opdracht aan de portefeuillehouder willen meegeven om
op de eerste plaats te zorgen voor een voortdurend contact over deze
materie met zijn collega in het stadsgewest. Op de tweede plaats niet
"de kaas van zijn brood" te laten eten door de inschakeling van 2 ande
re gemeenten die als "nieuweling" in deze materie aangewezen zijn.
Milieu, voorheen een nog bijna niet ingevulde loot aan de stam van ta
ken van een gemeente, vraagt nu onze uiterste aandacht. Het besef hier
toe door de vele publicaties groeit gelukkig. Maar of het met de daad
en de uitvoering evenzo gesteld is betwijfelen wij. Twee uit een reeks
van facetten wil de fraktie daarbij naar voren brengen. Het zijn "ge-