-71-
eens een keer gesproken wordt.
Raadslid Joosen zegt dat, zoals gewoonlijk, het college hem niet be
grijpt. Hij heeft het college verweten, dat het hardleers is. Daarmee
bedoelt hij, dat het college steeds zo slecht antwoord geeft op vragen
van raadsleden. Als voorbeeld neemt hij het antwoord van het college
inzake een vraag over het verwijderen van leuzen op gebouwen. Gezegd
wordt, dat de eigenaar die moet verwijderen en als deze het niet doet,
dat het dan van gemeentewege op kosten van de eigenaar zal gebeuren.
Hij weet, dat onlangs een groep jongeren bekend heeft de spuitbus gehan
teerd te hebben. Het bevreemdt hem, dat de gemeente de ellende op de ei
genaren wil schuiven. Was het niet beter dat door die belhamels de troep
overdag verwijderd werd onder toezicht van de Politie? Er is tot nu toe
niets aan gedaan en nu hoort hij van het college, dat de eigenaren het
zelf maar moeten betalen. Dat is nu weer zo'n antwoord.
Hij is een van de oprichters van Aller-Lei en beter dan de meesten weet
hij, hoe dit blad ontstaan is. Hij weet ook heel goed, hoe het zou moe
ten functioneren.
Als er maar vier jeugdige werklozen aan een uitnodiging van het college
gevolg gegeven hebben, zou het dan niet voor de hand gelegen hebben om
eens te vragen waarom er niet meer mensen gekomen zijn? Dan had nu in
ieder geval een duidelijker antwoord gegeven kunnen worden. Nu kunnen we
er weer niets mee.
Met betrekking tot het Centraal Antennesysteem heeft hij het zich aange
trokken, dat de voorzitter hem een volksmenner genoemd heeft. Het woord
"volksmenner" heeft twee betekenissen, te weten: volksleider en volksop
ruier. Als de voorzitter zulke woorden gebruikt zal hij graag vernemen,
wat daar precies mee bedoeld wordt.
De onderhoudsbijdrage, zo heeft de voorzitter gezegd, zal in 1984
106,51 bedragen en in 1988 186,89. Daar is echter niet bijgezegd, of
daar de Buma-rechten in begrepen zijn.
De voorzitter zegt, dat hij geantwoord heeft, dat de bedragen inclusief
Bumarechten zijn.
Raadslid Joosen vervolgt en zegt, dat de wethouder moet begrijpen dat
het natuurlijk niet in zijn bedoeling gelegen heeft om hen, die met het
sneeuwruimen belast zijn, te kwetsen. Het is duidelijk, dat de verande
ring van de meldingsplicht geen verbetering is gebleken. Aan die veran
dering is het wellicht te wijten, dat er zo laat gestrooid is. Er is ge
attendeerd, dat de burgers hun trottoir sneeuwvrij moeten maken. Maar
aan de voetpaden, waar de gemeente voor had te zorgen, te weten bijv.