gemeente'teteringen
Raadsvergadering dd. 14 februari 1985. Agendanr. 12
Voorstel tot het vaststellen van het bedrag per leerling over 1985.
Teteringen, 22 januari 1985.
Aan de raad,
Ingevolge artikel 55 bis van de Lager-onderwijswet 1920 dient de raad
van een gemeente, waar één of meer openbare lagere scholen in stand
worden gehouden jaarlijks vóór 1 maart het bedrag per leerling voor
dat jaar vast te stellen.
Dit bedrag komt in het kader van de financiële gelijkstelling tussen
het openbaar en het bijzonder onderwijs gelijkelijk toe aan de bij
zondere scholen voor lager onderwijs.
In verband met het inwerking treden van de Wet op het Basisonderwijs
en de daarmee verband houdende andere vergoedingssystematiek zal
deze procedure dit jaar voor de laatste maal worden gevolgd.
Ier berekening van het voor 1985 benodigde bedrag hebben wij in
overleg met het hoofd der school een opstelling gemaakt van de te
verwachten exploitatiekosten van "De Springplank".
Rekening houdend met een bedrag van 38,75 per leerling voor
administratiekosten en 36,40 per leerling voor gymnastiekonderwijs,
wordt het totaal der kosten voor het openbaar lager onderwijs voor
dit jaar geraamd op 33.243,20.
De nadere specificatie van dit bedrag in de verschillende kostenposten
is aangegeven in het ontwerp-raadsbesluit dat in het raadsdossier ter
inzage is gelegd.
Ten opzichte van 1984 zijn de exploitatiekosten in absolute zin
bijna 800,lager geraamd. Vanwege het geringer aantal leerlingen
waarmee rekening ware te houden, stijgt het bedrag per leerling
echter met 5% en komt voor 1985 uit op 503,68(1984: 479,35).
De Medezeggenschapsraad Openbaar Onderwijs Teteringen, de commissie
Onderwijs, Cultuur en Welzijn en de commissie Financiën zijn in deze
door ons gehoord.