-16-
gen van 65 werd vermeld, terwijl het juiste aantal 66 is. Dat leidt er
toe, dat in plaats van 10.070,moet worden gelezen 10.103,79. De
ling van het totaalbedrag ad 33.276,54 door 66 geeft dan 504,19 en
omgerekend ex art. 21 van de Overgangswet komt er dan 294,11 in
plaats van 293,01 uit.
Dit gecorrigeerde voorstel is vanavond aan de orde. De Medezeggen
schapsraad kan instemmen met het bedrag per leerling, maar wil aangete
kend zien dat het bedrag voor culturele manifestaties al enkele jaren
op 1,50 is gehandhaafd; dat voor een dalend leerlingenaantal gevreesd
moet worden en dat daardoor het te besteden bedrag binnen afzienbare
tijd ontoereikend zal zijn om een cultureel gebeuren te financieren; dat
in de voorgaande jaren een nadere toelichting op de kostenposten werd
gegeven en dat deze toelichting node gemist is.
Het is de laatste keer, dat op deze wijze het bedrag per leerling vast
gesteld wordt, want, zoals bekend, gaat dit per 1 augustus a.s. veran
deren. Voortaan zal het bedrag per leerling rechtstreeks van het Minis
terie van Onderwijs en Wetenschappen komen op basis van de normen, die
voorkomen in het rapport van de Commissie-Londo.
Het bedrag voor culturele manifestaties is met ingang van 1980 opge
voerd en het bedraagt sinds 1982 1,50 per leerling. Dat geldt voor de
leerlingen op alle scholen, zodat in totaal over 600,beschikt
kan worden. Daarvoor kan best een culturele manifestatie gehouden wor
den.
Raadslid Verstegen zegt, dat de voorzitter een uitvoerige toelichting
heeft gegeven op het gewijzigde voorstel. Hij merkt op, dat in de com
missievergadering toch al over een aantal van 66 is gesproken.
De voorzitter antwoordt hierop, dat in de begroting van het hoofd van
de school op een gegeven moment het getal 65 is geslopen. In een zeer
laat stadium is dit geconstateerd. Toen moest er dus een herberekening
gemaakt worden.
Raadslid Verstegen vraagt, of het al bekend is hoeveel het bedrag per
leerling gaat worden als per 1 augustus a.s. de nieuwe wet van kracht
wordt
De voorzitter antwoordt hierop, dat dit nog niet bekend is.
Raadslid van Beek zegt dat, als men begrotingen wil beoordelen, het
zaak is over gegevens te beschikken, waaruit de ontwikkeling in zo'n
begroting is af te leiden.
Raadslid Haveman vraagt of, gelet op het bedrag van 38,75 per leer
ling voor administratieve kosten en 36,40 per leerling voor het gym-