-17-
nastiekonderwijs, deze verhouding wel helemaal juist is.
Raadslid van de Kreeke vraagt of de wethouder in zijn periodiek onder
houd met de Medezeggenschapsraad gesproken heeft over dit bedrag per
leerling en hoe dit ontstaat. De vraag om het bedrag van 1,50 per
leerling voor culturele manifestaties te verhogen is niet voor niets
gesteld. Er is begroot en het schijnt te weinig te zijn. Het lijkt hem
niet zo erg om dit bedrag enigszins te verhogen.
De Medezeggenschapsraad vraagt om een toelichting. Hij adviseert het
college om in de toekomst ongevraagd die toelichting te geven indien
dat nodig is.
In de commissie is reeds over het bedrag gesproken, dat per 1 augustus
a.s. gaat gelden. M isschien kan dit ook hier genoemd worden?
De voorzitter zegt dat hij geen wandelgangen-bedragen wil noemen. De
commissie-Londo heeft een rapport uitgebracht en de minister zal zich
hierover uitspreken. Hier komt wel bericht van.
Aan het adres van raadslid Haveman zegt hij, dat de bedragen 38,75
per leerling voor administratiekosten en 36,40 per leerling voor gym
nastiekonderwijs goed gelezen zijn. Het zijn bedragen, die voor dit
soort activiteiten vastgesteld en gerekend behoren te worden. Daarom
onttrekt een en ander zich aan verdere discussie. Als de nieuwe wet op
1 augustus a.s. in werking treedt is het bedrag per leerling voortaan
een zaak voor het Rijk en niet meer voor de gemeente.
Er zullen, als er begrotingen overgelegd worden, zo mogelijk vergelij-
kingscijfers bij gegeven worden. In dit specifieke geval kan dit niet
meer. De Medezeggenschapsraad kan achteraf nog toelichting krijgen,
maar voor de toekomst kan dit niet meer worden toegezegd. Dan immers
gaan de Londonormen gelden. Het is niet bekend, wat er in de Londonor-
men opgenomen is voor culturele manifestaties.
Wethouder de Lange zegt tot raadslid Haveman, dat het bedrag van
38,75 per leerling voor administratiekosten door het Rijk wordt vast
gesteld. Het bedrag van 36,40 voor gymnastiekonderwijs wordt vastge
steld door het Web-bestuur. Omdat niet alleen het totaalbedrag per
leerling gelijkelijk toekomt aan het bijzonder onderwijs, maar ook het
bedrag per leerling voor het gymnastiekonderwijs, is dit bedrag hier
ook als zodanig genoemd.
Raadslid van de Kreeke vraagt in tweede termijn wat de wethouder be
doelt met een bedrag voor het bijzonder en het bedrag voor het gymas-
tiekonderwijs.
Voorts zegt hij, dat het college een andere kijk heeft op wat er gebeu
ren gaat dan hij. Het Londo-rapport is verschenen en daarin worden naar