- 7 -
Met betrekking tot het ingekomen stuk sub I b vraagt hij, wat er nu
moet gaan gebeuren. Heeft deze provinciale afwijzing financiële conse
quenties voor de gemeente? De wethouder heeft in de begrotingsvergade
ring gezegd, dat Teteringen als allereerste in aanmerking komt om het
afval naar de fa.Boon in Rucphen te brengen. Het is van belang te we
ten, of de wethouder deze uitspraak handhaaft. Blijft hij er bij dat
datgene, wat het Stadsgewest in zijn nota op pagina 5 aangeeft, niet
juist is, te weten dat Teteringen er vermoedelijk buiten zal vallen,
want dat is op die pagina duidelijk te lezen. Is er inmiddels contact
geweest met de voorzitter van de stadsgewestelijke commissie inzake dit
onderwerp?
Raadslid Joosen sluit zich met betrekking tot het ingekomen stuk sub I
a aan bij hetgeen raadslid Verstegen daarover gezegd heeft. Inzake het
ingekomen stuk sub I b zegt hij, dat er steeds met veel lof gesproken
is over het profprojekt. Zijn fractie gaat zich langzamerhand wel af
vragen, voor wie dit proefprojekt zo goed geweest is. Is dat voor de
inwoners geweest of voor het Stadsgewest of voor de fa.Boon.Hij is er
blij mee, dat de wethouder, die deze portefeuille beheert, zo zelfver
zekerd blijft en dat hij zegt, dat uit bestuurlijk beraad gebleken is,
dat de passage verkeerd gelezen is in de commissievergadering van 4 fe
bruari jl. Op 14 januari werd gesteld, dat er een optimale benutting
van dit afvalprojekt was en dat op 1 januari 1986 een definitieve
scheidingsinstallatie door de fa.Boon zou worden benut. Er moesten dan
behalve de gemeente Teteringen nog twee andere gemeenten meedoen.
Raadslid van de Kreeke heeft aangegeven, waarom Teteringen eventueel
buiten de boot zou kunnen vallen. Nu valt de gemeente buiten de boot
voor een rijksbijdrage. Wat nu? Als zijn fractie het goed inschat: het
zou wel eens zo kunnen zijn, dat jammer genoeg de heer van de Kreeke
gelijk krijgt. Een trekpaard voor gescheiden afval is Teteringen al
niet meer. Hopelijk zal niet geconstateerd behoeven te worden, dat het
paard achter de wagen gespannen is. Het college heeft nooit op waar
schuwingen gereageerd.
De voorzitter zegt, dat thans allereerst gereageerd zal worden op het
geen gezegd is over het ingekomen stuk sub I a. De secretaris zal dade
lijk verslag doen van de uitgebreide commissievergadering binnenlandse
zaken. De vergadering van de provinciale commissie bestuurlijke zaken
zal niet in maart gehouden worden, maar op 12 april a.s.
Raadslid Haveman zal wellicht in tweede termijn willen reageren op het