- 8 -
betoog van raadslid van Beek. Tot raadslid van de Kreeke zegt hij, dat
het college voornemens is de raad in zijn aprilvergadering een voorstel
ter zake van het ontwerp-statenvoorstel over het herindelingsbeleid te
doen. Daarover zal dan gediscussieerd kunnen worden. Daarom kunnen in
deze vergadering de discussies beperkt worden.
Raadslid van de Kreeke zegt, dat het allerminst wenselijk is, dat thans
gediscussieerd gaat worden over de gemeentelijke herindeling. Daarom
verdient het wellicht aanbeveling, om het verzoek van de raadsleden
Verstegen en Joosen om de gemeente-secretaris de raad te doen informe
ren over zijn indrukken van de U.C.V.-vergadering te honoreren in de
volgende raadsvergadering.
De voorzitter zegt, dat er in deze vergadering niet verder gediscussi
eerd moet worden. Op het verzoek van de raadsleden Verstegen en Joosen
wil hij wel ingaan, maar het moet wel bij het verstrekken van informa
tie door de gemeente-secretaris blijven.
Raadslid van de Kreeke vraagt, of de raad er dan mee akkoord gaat, dat
na het betoog van de gemeente-secretaris over dit onderwerp niet meer
gediscussieerd zal worden.
De voorzitter zegt, dat over de inbreng van de gemeente-secretaris niet
gediscussieerd kan worden.
De gemeente-secretaris zegt, dat hij zijn indrukken over de uitgebreide
commissie-vergadering zou kunnen samenvatten in twee woorden: ver
schrikkelijk teleurstellend. Teleurstellend omdat Het Intergemeentelijk
Contact inzake gemeentelijke herindeling de diverse standpunten gepeild
had. Daarbij bleek het standpunt van het C.D.A. zeer genuanceerd te
zijn, dat van de P.v.d.A was eveneens erg duidelijk; daar viel niet
veel nuance in te bespeuren. Het standpunt van de V.V.D. was minder
goed bekend. Maar met name ten aanzien van het getalscriterium was de
verwachting, dat de V.V.D. daar nog al wat water in de wijn zou doen.
Dat was echter niet het geval. Deze partij stelde zich lijnrecht achter
zijn minister op. De minister had het in deze vergadering dan ook niet
zo heel erg moeilijk. Het waren de kleine partijen, die voor de kleine
gemeenten in de bres sprongen. Er waren een driehonderd belangstellen
den in de Ridderzaal aanwezig. Na de eerste termijn werd de stemming er
niet florissanter op. Van de V.V.D. was een ander, genuanceerder stand
punt verwacht. Nu èn de V.V.D. en de P.v.d.A. het eens waren met de Mi
nister en de ene partij nog wat duidelijker dan de andere, bleef er
slechts een gevoel van teleurstelling over bij de kleine gemeenten.