-7-
In zijn reactie op de eerste termijn zegt de voorzitter dat hij aller
eerst een misverstand tussen de heer Haveman en de heer van de Kreeke
weg wil nemen met betrekking tot de openbare commissievergadering be
stuurlijke organisatie van Provinciale Staten, welke vergadering spre
ker bijgewoond heeft. Door een overgrote meerderheid van de leden van
die commissie werd voorgesteld om het getalscriterium te laten verval
len. De Gedeputeerde heeft als voorzitter van deze commissie dat ook
toegezegd. Daarbij hield hij deze slag om de arm, dat hij daarvoor de
meerderheid van het college achter zich moest krijgen. Naar alle waar
schijnlijkheid is het getalscriterium dus vervallen. Maar deze Gedepu
teerde heeft gisteren in Dongen ook gezegd, dat hij deze kwestie niet
vóór 1 mei in het college van Gedeputeerde Staten kon bespreken, omdat
hij nog de adviezen moest afwachten van al degenen, die tot het uit
brengen daarvan waren uitgenodigd, o.a. van de gemeenten. Het standpunt
van de raad zal dan ook spoedig aan G.S. kenbaar gemaakt moeten worden.
Het is goed te beseffen, welke status de provincie heeft en welke
plaats zij in de procedure inneemt. Voorstellen tot gemeentelijke her
indeling kunnen uitgaan van de gemeenten, van Gedeputeerde Staten en
van de Minister. Van de Brabantse gemeenten vallen ter zake niet veel
initiatieven te verwachten. Dan komen dus Gedeputeerde Staten aan de
orde. Dit college vraagt vooraf Provinciale Staten om een uitspraak.
Dat zal op 21 juni a.s. gaan gebeuren. G.S. hebben de Minister toege
zegd, iets te gaan ondernemen. Daarbij moet dit college rekening houden
met bestaand beleid. In hoeverre deze toezegging waargemaakt kan wor
den, hangt af van de uitspraak van Provinciale Staten. Wanneer die er
toe zou leiden, dat er in het geheel niets gaat gebeuren, kan de Minis
ter G.S. opdragen om toch iets te gaan doen. Dat zou dan voor het eerst
in de geschiedenis zijn. Wanneer G.S. handelen in opdracht van de Mi
nister, behoeven zij daarbij gaan rekening te houden met het uitgestip
pelde rijksbeleid, maar kunnen dan handelen vanuit hun eigen verant
woordelijkheid.
Het is niet te verwachten, en de heer van Agt heeft dat tijdens zijn
werkbezoek wel gezegd, dat nog in deze zittingsperiode van Provinciale
Staten tot initiatieven gekomen zal worden. De Minister heeft een pro
ceduregang van 4| jaar dan ook wel erg optimistisch ingeschat. Spreker
waardeert het, dat de heer van de Kreeke de uitspraak van de Minister,
gedaan op 11 maart j 1nog eens ter sprake gebracht heeft. De groot
schaligheid, in de zestiger jaren ingezet, gaat uit onze samenleving