-15-
meer recreatieve functie te geven. Zij heeft er een paar keer voor
gepleit daar een vijver aan te leggen, en in ieder geval de recreatieve
sfeer in die omgeving te bevorderen. Zijn partij is daar in haar pro
gramma toe gekomen, omdat zij via haar interviews slechts mensen tegen
gekomen is die iets heel anders voorstellen dan het college nu doet.
Hij heeft van de wethouder gehoord, dat er voor leteringen nu geen
werkgelegenheids-effecten aan verbonden zijn. Er is ook geen onderzoek
geweest naar een andere vestigingsplaats voor dit kantoorgebouw. Naar
de mening van zijn fractie is de meerderheid van de leteringse bevol
king tegen de voorgenomen bebouwing.
Raadslid van Beek vraagt bij interruptie, waarom de heer van de Kreeke,
als hij zo veel motieven weet aan te dragen, andere, naar zijn oordeel
niet zo nette, dingen suggereert.
Raadslid van de Kreeke vervolgt en zegt, dat hij dit laatste niet be
grijpt. Hij heeft er slechts zijn bezorgdheid over uitgesproken dat,
als de raad met dit voorstel instemt en een gedeelte van de groenstrook
bebouwd gaat worden, straks het Willem Alexanderplein gaat volgen. Hij
ziet niet in, wat dit te maken heeft met "een slinkse manier" etc.
Er is geld gevoteerd voor het instellen van een onderzoek naar de in
vulling van de groenstrook. Hoe zit het nu eigenlijk met dat onderzoek?
De wethouder heeft gezegd, dat het college op dit moment helemaal niet
van plan is om behalve dit kantoorgebouw ook nog woningen te doen bou
wen. tiaar de stedebouwkundige heeft wel degelijk geadviseerd om dit
kantoorgebouw te realiseren in combinatie met woningbouw. Daarom is hij
bevreesd, dat het niet zal blijven bij dit kantoor en daarom heeft hij
in de eerste termijn gezegd, dat er langzaam naar bebouwing toe gepraat
wordt. Hij is benieuwd naar de werkelijke redenen waarom diverse frac
ties met dit voorstel instemmen.
Raadslid Joosen zegt, gezien het advies van de stedebouwkundige en het
betoog van de wethouder, waar zij zegt, dat het college niet voornemens
is binnen een paar maanden te komen met plannen voor woningbouw ter
plaatse, dat ook hij wat bevreesd geworden is voor een voortschrijdende
bebouwing. Dat neemt echter ook weer niet weg, dat hij zich kan voor
stellen dat, als er te zijner tijd een fraai plan ter tafel komt, hij
daar toch mee zal kunnen instemmen. Daarom, zo zegt hij, houdt hij niet
van die krasse uitspraken, zoals die door de wethouder gedaan zijn.
Raadslid Verstegen vraagt, of er naar een alternatieve locatie voor het
kruisgebouw gezocht is. Als dat niet gebeurd is, wat is daarvoor dan de
reden? Welke gemeente, zo is er gezegd, zou niet blij zijn met zo'n