GEMEENTE TETERINGEN
Raadsvergadering dd. 25 april 1985. Agendanr. k
Behandeling van het ontwerp-statenvoorstel van Gedeputeerde Staten van
Noord-Brabant voor het te voeren beleid inzake gemeentelijke herindeling
in samenhang met het beleid betreffende intergemeentelijke samenwerking.
Teteringen, 16 april 1985.
Aan de raad,
Bij brief van 23 januari 1985, nr.129.857, zonden Gedeputeerde Staten
van Noord-Brabant een ontwerp-statenvoorstel over het in deze provincie
te voeren beleid inzake gemeentelijke herindeling in samenhang met een
beleid betreffende intergemeentelijke samenwerking toe aan de ge
meentebesturen in Noord-Brabant.
In de vergadering van 21 maart jl. stelde uw raad deze brief ter
advisering in handen van ons college.
Met betrekking tot het ontwerp-statenvoorstel merken wij thans
het volgende op.
Met ingang van 1 januari 1985 is de nieuwe Wet gemeenschappelijke
regelingen in werking getreden.
Deze wet, die tot doel heeft de regionale problematiek voor een
belangrijk deel op te lossen, opent juist ook voor de kleinere gemeen
ten de mogelijkheid om meer dan voorheen bij de oplossing van deze
regionale problematiek betrokken te blijven. In de overgangsperiode
van vijf jaar, die deze wet kent, zal een groot aantal gemeenschap
pelijke regelingen aangepast moeten worden. Door te wijzigen gebieds
indelingen zullen de deelnemers aan een regeling alsmede het aantal
vaak veranderen.De financiële conseguenties van uitbreiding, toetreding
en opheffing zullen geregeld moeten worden.Deze operatie vraagt veel
aandacht en grote besluitvaardigheid van alle gemeentebesturen.
In de eerstkomende jaren zullen dan ook alle bestuurlijke krachten
daarop geconcentreerd moeten worden.
Mèt Gedeputeerde Staten zijn wij van mening, dat de werkzaamheden,
voortvloeiende uit de Wet gemeenschappelijke regelingen, niet kunnen
en niet mogen samenlopen met discussies over grootscheepse plannen
tot gemeentelijke herindeling. Daarvan zou metterdaad een nadelige
werking op het gemeentelijk functioneren kunnen uitgaan.