-9-
gaan op de Bredase plannen.
Enige tijd voor de publicatie in "De Stem" is het college benaderd door
het Bredase college, dat de plannen toen in grote lijnen heeft ontvouwd.
Daar is kennis van genomen. Enige dagen later heeft het college laten
weten, dat het er niet aan denkt om medewerking te verlenen aan de
plannen van Breda op die plaats. Burgemeester en wethouders vinden het
een dermate absurd plan dat zij het niet nodig oordeelden, daarover een
uitgebreide discussie los te weken.
Gisteravond is er met de Breda-P.T.T.-fractie vooroverleg geweest over
de agenda van de gewestraad. Daar zijn twee dingen afgesproken. In de
evaluatie staat, dat er een convenant op stadsgewestelijk gebied tot
stand zou moeten komen, waarin een aantal zaken geregeld zou moeten wor
den, waaronder de ligging en de aard van infrastructurele voorzieningen.
De plannen van Breda betreffen ook zo'n voorziening. Daarvan is door de
gehele fractie gezegd, dat de invulling, zoals die gepubliceerd is, veel
te ver gaat en verre de evaluatie van het streekplan overstijgt. De ge
hele fractie is het er mee eens, dat in het convenant over allerlei za
ken gesproken kan worden, maar dan wel vanuit een volkomen blanco situ
atie, waarbij rekening gehouden zal moeten worden met de functies en op
vattingen van de verschillende gemeenten. Dit zal in de stadsgewestver
gadering naar voren gebracht worden door de Breda-P.T.T-fractie. De
Bredase leden vasn de fractie zullen daarnaast wellicht een eigen geluid
laten horen.
De tweede zaak, die naar voren gebracht zal worden en wel bij het meer
jarenplan openluchtrecreatie, is de lokatie Breda Noord - Teteringen,
waarvoor een recreatief deelplan ontwikkeld zou moeten worden. De frac
tie meent dat, als er recreatieve deelplannen ontwikkeld moeten worden,
ze gebaseerd moeten zijn op het streekplan en de plaatselijk geldende
bestemmingsplannen. Met het bestemmingsplan Buitengebied 1983, dat on
langs door de raad werd vastgesteld, kunnen we wat dat betreft voorlopig
nog wel vooruit.
Tot raadslid V/an de Kreeke zegt spreker, dat de provincie zeker rekening
houdt met bestaande bestemmingsplannen. De ambtenaren, die het bestem
mingsplan Buitengebied 1983 in behandeling hebben, vinden dat de Bredase
ideeën niet ondersteund mogen worden. Zij vinden het plan Buitengebied,
zoals het vastgesteld is, zeer belangrijk.
Raadslid V/an Beek zegt in tweede termijn nog even te willen terugkomen
op de evaluatie. Hij begrijpt, dat zowel Breda als Teteringen hetzelfde
doen; alleen het oogmerk is wat verschillend. Ook het college heeft im-