-12-
van provincie en gemeente over het bestemmingsplan Buitengebied paral
lel.
Met u is het college er van overtuigd, dat de inwoners van Teteringen
aan de Vugtpolder geen recreatieve functie willen geven. Het eigen ge
meentelijk beleid moet zo duidelijk mogelijk voortgezet worden. De ambi
tieuze plannen van Breda zullen erg veel geld gaan kosten. Het ziet er
niet naar uit, dat dergelijke plannen de eerste jaren betaald kunnen
worden en zeker niet door een stad, die zich genoodzaakt ziet om tot op
zeer kleine bedragen te bezuinigen.
Wethouder Vossenaar-Blokdijk voegt hier nog aan toe, dat het volstrekt
duidelijk is, dat de Teteringse inwoners, i.e. de gemeenteraad, kiezen
voor een agrarische bestemming van het buitengebied. Dat blijkt uit het
bestemmingsplan, zoals dat in 1984 vastgesteld is.
Het is in het verleden wel meer voorgekomen, dat in de Breda -
PT1-fractie afzonderlijke standpunten ingenomen werden. Dat heeft
nimmer tot een breuk geleid. Ook op het terrein van de ruimtelijke orde
ning zal getracht worden die materie bespreekbaar te houden, zodat er
geen patstelling ontstaat. Dat kan echter nooit leiden tot concessies
van Teteringse zijde met betreijking tot het territoir.
Hierna wordt dit agendapunt voor kennisgeving aangenomen.
7. Voorstellen tot het verkopen van grond
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeen
komstig het voorstel van burgemeester en wethouders.
8. Voorstel tot het geven van een bestemming aan het begrotingsoverschot
1984
Raadslid Verstegen zegt, dat het wel leuk is om een begrotingsoverschot,
hetgeen gebaseerd is op vermoedelijke cijfers, toe te kunnen voegen aan
de algemene reserve. Hij is echter van mening dat een lagere tariefsver
hoging van de gemeentelijke belastingen voor de burger aantrekkelijker
is. Bij de behandeling van de begroting 1984 werd door zijn fractie
hierover al gesproken. Hij adviseert dan ook om bijzonder critisch te
zijn met belastingverhogingen bij het volgende begrotingsjaar.
Raadslid Schlösser zegt dat zijn fractie zich wat sterker wil uitdruk
ken.
Het vermoedelijke overschot op de jaarrekening 1984 wordt geschat op
250.000,De primaire begroting 1984 sloot met een post van
90.000,voor "onvoorzien". Het huidige zeer ruime overschot wordt
veroorzaakt enerzijds door lagere kapitaallasten, maar ook door de be-