-19- aangelegenheden. Het college spreekt voorts over een scala van door de rijksoverheid uitgevaardigde voorschriften. Wat behelst dat scala van voorschriften? Kunnen er tenslotte voorbeelden gegeven worden van"de daarvoor in aanmerking komende gevallen", waarover in de laatste alinea van het voorstel gesproken wordt? Raadslid Van de Kreeke zegt, dat dit onderwerp toch wat moeilijker is dan het op het eerste gezicht lijkt. Het voorliggend voorstel is min of meer geregeld in artikel 1 van de Wet op het basisonderwijs. Het is reeds gepubliceerd in het voorjaar van 1984. Hij vraagt zich af, waarom de wethouder niet eerder en op eigen initiatief deze aangelegenheid in de commissie ter sprake gebracht heeft. Hij sluit zich verder aan bij de vragen, die de vorige sprekers aan het college gesteld hebben. Wethouder De Lange zegt, dat de raad vat blijft houden op de hoofdlijnen van het beleid. De Wet op het basisonderwijs geeft minstens 15 voorbeel den, waarbij de beslissingsbevoegdheid aan de raad voorbehouden blijft. Dat betreft o.m. de vaststelling van het huisvestingsplan, de voorlopige vaststelling van de onderwijsuitgaven, ook de vijfjaarlijkse, de vast stelling van de overschrijdingsregeling vakonderwijs, de aanstelling van gemeenschappelijke leerkrachten, de regeling schoolvervoerhet medege bruik van het gymnastieklokaal enz. Tot raadslid Haveman zegt hij, dat gevallen, die in aanmerking komen voor het geven van een kennisgeving aan de raad omtrent de besluitvor ming o.a. zijn: de benoeming van een directeur en een plaatsvervangend directeur, de afvloeiingsregeling, het schoolwerkplan, de omvang van het onderwijs, de grootte van de formatie, de bezoldiging en een aantal per sonele aangelegenheden zoals bijv. de A.D.V.-regeling, vrijwillig onder wijsgevenden, het huishoudelijk personeel enz. Het voorgaande mag ook het antwoord zijn op de desbetreffende vraag van raadslid Schlösser. Spreker pleit er voor, de bestuurscompetentie aan het college over te laten om de redenen zoals die ook door raadslid Haveman naar voren ge bracht zijn. Aan het adres van raadslid Valk zegt hij, dat inzake de be sluitvorming steeds achteraf aan de raad verantwoording afgelegd zal worden. Tot raadslid Van de Kreeke zegt hij, dat de invoering van de Wet op het basisonderwijs zoveel werk met zich mee heeft gebracht, dat het college niet eerder tot dit voorstel is kunnen komen. Raadslid Schlösser zegt in tweede termijn dat, als hij de wethouder goed begrepen heeft, het alleen wettelijk geregelde onderwerpen zijn, waarmee de raad zich moet bemoeien. Er zijn dus geen keuzes te maken krachtens de nieuwe wet op het basisonderwijs. Heeft hij dat goed begrepen?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 57