- 12 -
voorzitter geaccepteerd.
De voorzitter zegt, dat dit niet zo is. Hij heeft gezegd, dat hij eerst
de verkoop en daarna de aankoop aan de orde zou stellen.
Tot de verkoop is inmiddels besloten.
Raadslid Van de Kreeke zegt, dat dit dan een omissie zijnerzijds is.
Wat de aankoop betreft: daarmee gaat hij akkoord, omdat zulks in het
belang is van de Rijvereniging Rijdt met Beleid.
Raadslid Verstegen zegt, dat Rijdt met Beleid in principe akkoord ge
gaan is met de aangeboden locatie.
Er moet met deze vereniging nog gesproken worden over voorzieningen,
onderhoud, huur etc. Dit moet eerst geregeld worden vooraleer de pacht
van het ene op het andere perceel kan overgaan. Op 11 november a.s. komt deze grond pachtvrij.
De voorzitter antwoordt hierop, dat met de huidige pachter al princi
pe-afspraken gemaakt zijn.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders.
Voorstel tot het verkopen van een perceel grond met opstal
Raadslid Valk vraagt of er meer gegadigden zich voor aankoop gemeld
hebben en of er een loting heeft plaatsgevonden.
Raadslid Haveman zegt, dat hij uit het voorstel de indruk krijgt, dat
er een opslagplaats zal moeten komen voor de heer Van Stiphout. Maar er
staat ook in het voorstel, dat ter plaatse is toegestaan een
woning/winkel of bedrijf te bouwen. Als aspirant ter plaatse een woning
of een winkel wil bouwen, dan lijkt hem de verkoopsom nogal laag. Is
met betrokkene overleg gevoerd over zijn plannen?
Wethouder Vossenaar-Blokdijk zegt tot raadslid Valk, dat er twee gega
digden zijn geweest en dat de heer Van Stiphout als eerste uit de
loting te voorschijn is gekomen.
Tot raadslid Haveman zegt zij, dat zij niet weet wat de koper met het
perceel gaat doen. Dat staat hem vrij als hij maar binnen de bestem
mingsbepalingen blijft. Het doet aan de prijs niets af, of hij het per
ceel nu wenst te gebruiken voor de opslag van materialen of voor het
bouwen van een woning.
Raadslid Van de Kreeke vraagt in tweede termijn, of het beleid van het
college zodanig is dat er met dit soort zaken niet gehandeld wordt,
maar dat altijd de taxatieprijs gevraagd wordt.
Raadslid Haveman vraagt of in de taxatie rekening gehouden is met het
feit, dat er mogelijk ook een woonhuis gebouwd zou kunnen worden.