- 15 -
dezen de vinger aan de pols, maar het wil de noodzaak tot het instellen
van een dergelijke fonds laten afhangen van aanwijzingen, waaruit
blijkt dat zulks nodig is.
In 1984 zowel als in 1985 zijn besluiten genomen tot het aanleggen van
een drukriolering. Het aansluitingspercentage van hen, die wilden
aansluiten, was zeer hoog. Spreker begrijpt dan ook niet, waar raadslid
Joosen het vandaan haalt, dat zo'n 30?ó niet zal aansluiten. Het is niet
waar, dat zo'n 30 percelen niet aangesloten worden. Die percelen zijn
wel aangesloten, maar pas in de eerste helft van 1985. Hoe heeft dit
kunnen gebeuren? Om voor de volledige verfijningsregeling in aanmerking
te komen, moesten aanvankelijk alle aansluitingen vóór 1 januari 1985
gerealiseerd zijn. Dat leverde bij veel gemeenten onoverkomenlijke pro
blemen op. Toen heeft het Ministerie de oorspronkelijke termijn ver
lengd tot 1 juli 1985. Dat gaf overigens onze gemeente tevens de gele
genheid om over te gaan tot uitvoering van de 2e fase. Weliswaar werd
het werk in oktober 1984 opgeleverd, maar de pompen konden pas ge
plaatst worden op 14 december d.a.v. Het werd toen natuurlijk moeilijk
om nog voor de Kerstdagen druk op de ketel te zetten. Het college rede
neerde dan ook: het werk is laat klaar gekomen, er is een uitloop tot
juli 1985 en, wat het meest belangrijke was, door de verlenging van de
termijn door het Ministerie ging het ontbreken aan sanctiemogelijkhe
den. Daarom kon er ook niet opgetreden worden. Tot een zeer hoog per
centage zijn de panden inmiddels aangesloten. Er is niet geprobeerd om
de dertigduizend gulden, waarover raadslid Verstegen sprak, op eniger
lei wijze alsnog eerder binnen te krijgen, omdat daar ten enenmale de
mogelijkheid toe ontbrak.
Wethouder Vossenaar-Blokdijk zegt aan het adres van raadslid Joosen,
dat het college het hoge aansluitingspercentage niet heeft gefanta
seerd. Ook dit raadslid zal zich herinneren, dat er een uitgebreid on
derzoek heeft plaatsgevonden. Eenieder, die belangstelling had om aan
te sluiten, heeft dat schriftelijk kenbaar gemaakt. Deze bereidverkla
ringen vormden een belangrijk gegeven bij de besluitvorming door de
raad.
Raadslid Van de Kreeke zegt in tweede termijn te constateren, dat de
discussies zich toespitsen op de verfijningsuitkering rioleringen. Dat
er niet meer vragen zijn, schrijft hij toe aan het goede financiële
beeld, dat de afdeling Financiën de raad heeft gegeven.
De voorzitter interrumpeert en zegt, dat het door raadslid Van de Kree
ke bedoelde beeld door het college aan de raad verstrekt is.