- 27 -
werden. Het is echter lang niet zeker, dat voor 1986 dezelfde maatsta
ven zullen gelden. In de woningwetbouw moet een achterstand ingehaald
worden. Daar is in de planning rekening mee gehouden. Het is te wensen,
dat de gemeente daartoe ook in de gelegenheid gesteld zal worden.
Raadslid Van de Kreeke gaat ook in op de grondpolitiek van de gemeente.
Die politiek is echter niet aan de orde, maar wordt er via de woning
planning bijgehaald. Als de gronden verkocht worden zoals dat is vast
gesteld blijft er, zo zegt dit raadslid, geen grond over voor de socia
le woningbouw. Spreker attendeert er in dit verband op, dat er destijds
een bestemmingsplan vastgesteld is op basis van een bepaalde financie
ring. Daar kan zo maar niet van afgestapt worden, want dan zou, bij
wijziging van vrije-sectorbouw naar woningwetbouw, de gemeente daar een
grote som gelds aan te kort komen.
De voorzitter wenst deze aangelegenheid buiten de discussie te houden.
Ze zou immers tot niets leiden. Die discussie kan en moet gevoerd wor
den als te gelegener tijd het bestemmingsplan Kerkeind IV aan de orde
gesteld gaat worden. Spreker wijst er op, dat ook voor dat plan een
sluitende financiering onontbeerlijk is.
In zijn antwoord aan raadslid Verstegen zegt hij, dat hij de vraag over
het programmatisch tekort niet kan beantwoorden. Het gaat hier om pro
vinciale cijfers, waarvan het Stadsgewest gezegd heeft: "laten de ge
meenten zich daaraan houden, dan komt er voor Brabant het hoogste aan
tal woningen uit". Noch het programmatisch tekort noch het aantal te
saneren woningen steunen op reële cijfers. Het zesde gedeelte van het
programmatisch tekort staat in relatie tot het aantal (zes) jaren,
waarop de woningbouwplanning betrekking heeft. In de commissievergade
ring heeft hij aan raadslid Haveman reeds een toelichting gegeven op
het geproduceerde cijfermateriaal.
Raadslid Haveman zegt, dat een en ander hem inmiddels duidelijk is.
De voorzitter beëindigt hierna zijn antwoord in eerste termijn.
Raadslid Van de Kreeke zegt, dat hij niet voornemens is te gaan discus
siëren over datgene, wat er in de commissievergadering gezegd is. Hij
blijft er bij, dat er in die vergadering gesproken is zoals hij in
eerste termijn aangegeven heeft. Hij is er blij mee, dat èn de fractie
van de V.V.D. èn de fractie Jan Joosen nu pleiten voor meer woningwet
woningen. Hij is het met de voorzitter eens, dat er nu niet over de
grondpolitiek gesproken moet worden. Dat zal straks moeten gebeuren,
wanneer Kerkeind IV aan snee komt. In de vergadering van 30 augustus
1984 heeft hij gezegd te menen, dat het college in Kerkeind IV bezig is