- 28 -
met een verdeling 40:40:20. Dat heeft de wethouder niet weersproken. Er
is toen alleen gezegd: de raad kan anders beslissen. Dus we zijn zeker
aan grondpolitiek bezig, want wat gebeurt er in dit voorstel? Er wordt
een verhouding toegepast van 50:30:20, een uitstekende verhouding,
waarin hij zich heel goed kan vinden. Direct daaronder, en dat vindt
hij het addertje onder het gras, staat, dat het netto-bouwprogramma zal
neerkomen op 40:40:20. In 1987 is er geen grond voor woning - wetwo-
ningen meer. Dat heeft de voorzitter niet tegengesproken. Hij kan zich
verenigen met het voorstel, omdat in de planningslijsten de verhouding
50:30:20 aangegeven is. Het netto-bouwprogramma laat een andere verhou
ding zien en dat is nu net het probleem. Vergadertechnisch moet hij met
dit voorstel instemmen, omdat hij zich daarmee vóór de planningslijsten
verklaart. Hij stemt dan echter ook in met het genoemde addertje onder
het gras. Aangezien dat echter geen formeel uitgangspunt is, zal hij
vóór dit voorstel stemmen. Hij hoopt, dat bij de discussie over Kerk-
eind IV het gezonde verstand zal zegevieren. Hij weet inmiddels, dat de
V.V.D. en lijst Jan Joosen voor meer woningwetwoningen zijn. Daar is
hij blij om.
Raadslid Joosen zegt, dat het verslag van de commissievergadering wel
zal uitwijzen, wie er gelijk heeft.
Raadslid Van Beek zegt, dat het wel aardig is om te zeggen, dat er meer
woningwetwoningen gebouwd moeten worden. Maar daar moet men dan wel
voor in de gelegenheid gesteld worden via de toewijzing van contingen
ten. Zolang de gemeente met betrekking tot die toewijzing geen keuzen
kan maken, is het weinig vruchtbaar te betogen, dat er meer huurwonin
gen gebouwd moeten gaan worden. Men kent toch de realiteit.
Raadslid Van de Kreeke zegt dat hij het eens is met de stelling, dat
het Stadsgewest de contingenten verdeelt. Indien de gemeente van het
gewest meer woningwetwoningen zou kunnen krijgen en dat zou financiële
consequenties geven voor de verdeling van de grond, is de Dorpsgemeen
schap dan voor meer woningwetwoningen dan zoals de verhouding nu op
papier staat?
Raadslid Van Beek zegt, dat hij zojuist betoogd heeft, dat die discus
sie pas interessant wordt op het moment, dat de gemeente een keuze kan
maken. Dat is tot op heden niet het geval. Ook onze gemeente heeft
steeds geprobeerd zo groot mogelijke contingenten woningwetwoningen te
krijgen.
Raadslid Van de Kreeke constateert, dat hij geen antwoord gekregen
heeft.
Raadslid Haveman zegt, dat zijn fractie geen bezwaar heeft tegen dat-