de taken hem bij of krachtens de Wet opgedragen, verantwoordelijk voor het goed funktioneren van de geluidmeetdienst West-Brabant en brengt jaarlijks aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten verslag uit over de verrichte werkzaamheden. Artikel 5. Vanwege burgemeester en wethouders verricht de geluidmeetdienst West- Brabant de metingen als genoemd in: a: hoofdstuk II van de Wet toestellen; b: hoofdstuk III van de Wet Recreatie-inrichtingen; c: hoofdstuk IV van de Wet Inrichtingen; d: hoofdstuk V van de Wet Zones rond industrieterreinen; e: hoofdstuk VI van de Wet Zones langs wegen; f: hoofdstuk VII van de Wet Zones langs spoorwegen; g: hoofdstuk VIII van de Wet Andere geluidzones; h: hoofdstuk XIV van de Wet Geluidbewaking; i: hoofdstuk XVII van de Wet Geluidisolatie van gebouwen. Artikel 6. De direkteur van Bouwtoezicht West-Brabant zal uitsluitend na schrifte lijke opdracht geluidmetingen doen verrichten en burgemeester en wet houders adviseren ten aanzien van alle aangelegenheden, die van belang zijn voor de goede uitvoering van de taken, bij of krachtens de Wet aan het gemeentebestuur opgedragen. Artikel 7. De vaststelling van de geluidsbelastingen vindt plaats met inachtneming van de door de Minister, krachtens de artikelen 73, 102, 116 en 163 van de Wet, gestelde regels. Artikel 8. 1. De inkomsten van de geluidmeetdienst worden verkregen door het vol ledig doordeklareren van de gemaakte kosten voor de verrichte werk zaamheden aan de gemeente. 2. De kostenfaktorenwaaruit het uurloon zal worden opgebouwd, worden vastgesteld door het algemeen bestuur van Bouwtoezicht West-Brabant. 3. De direkteur van Bouwtoezicht West-Brabant zorgt er voor, dat er jaarlijks een raming wordt gemaakt van de kosten, die verbonden zijn aan de werkzaamheden genoemd in artikel 9.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 44