- 23 -
hebben om een landhuis te bouwen. Menigeen in Teteringen die iets wil
bouwen in afwijking van het bestemmingsplan, zou zo soepel behandeld wil
len worden.
Raadslid Verstegen zegt het zinvol te vinden, dat reclamanten door het
college gehoord zijn. Hij heeft geen moeite met de percelen, waarop
raadslid van de Kreeke geduid heeft, omdat hij begrepen heeft, dat daar
vroeger ook een woning gestaan heeft, die door brand verwoest is. Als om
wonenden geen bezwaar maken tegen de bestemmingswijzigingen van deze per
celen, dan heeft de fractie van het C.D.A. geen behoefte hier afwijzend
tegenover te staan. Dit voorstel heeft derhalve de instemming van zijn
fractie.
Raadslid van Beek zegt, dat het de bedoeling van deze herziening is om de
oorspronkelijke bewoners enigszins tegemoet te komen. In het oude plan
immers werden in feite een aantal kleinere woningen wegbestemd. Reques-
trant nr 1 heeft het gepresteerd om in het ontwerpplan een verfijning aan
te brengen. Dat zal niet vaak voorkomen. Spreker vindt het niet juist,
dat raadsleden hier meer suggereren dan ze zeggen. Als men spreekt over
een oud-minister, dan vindt hij dat niet op zijn plaats. Men spreekt ook
niet over een oud-gedetineerde.
Raadslid Haveman merkt op, dat op pagina 46 i.p.v. 5000 m3 kennelijk ge
lezen moet worden 5000 m2. Met nadruk is steeds betoogd, dat conservering
van de bestaande toestand het grondprincipe van dit bestemmingsplan is.
De bestaande bebouwing wordt daarin vastgelegd. Het uitgangspunt: bouw
percelen met een oppervlakte van tenminste 5000 m2, blijft derhalve ge
handhaafd ter voorkoming van een verdere verdichting van de bebouwing.
Indien conservering het grondprincipe van dit plan is, past gegrondver-
klaring van het bezwaarschrift van de heer Toxopeus niet in de systema
tiek van en de filosofie achter dit bestemmingsplan. Dat is weinig conse
quent. Daardoor wordt immers de mogelijkheid geschapen om op een perceel
met een oppervlakte van nagenoeg de helft van hetgeen vereist is een wo
ning te plaatsen, waardoor in feite de bebouwingsdichtheid vergroot
wordt. Het is in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel om nu af te wij
ken van het nadrukkelijk beoogde grondprincipe van het plan, te weten:
conservering
Daarom zal hij tegenstemmen.
Wethouder Vossenaar-Blokdijk merkt op, dat alle requestrantenen de per
soon van die requestranten doet er totaal niets toe, precies dezelfde
rechten hebben. Her perceel van requestrant nr. 3, waarop vroeger een wo-