GEMEENTE TETERINGEN
De raad van de gemeente Teteringen;
Overwegende, dat de Staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maat
schappelijk Werk bij beschikking d.d. 11 augustus 1980, kenmerk B.j.b.
U.53390, zich bereid heeft verklaard een rijksbijdrage toe te kennen in
het gemeentelijk subsidie ten behoeve van het enkelvoudig projekt geco
ördineerd bejaardenwerk in het kader van de Stichting Welzijn Ouderen
Nieuw-Ginneken, Chaam, Baarle-NassauPrinsenbeek en Teteringen;
overwegende, dat toen op grond van het vereiste in de tijdelijke rijksbijdragerege
ling Gecoördineerd Bejaardenwerk op 2 juli 1981 bij verordening is gere
geld aan welke voorschriften de in een projekt voor het gecoördineerd
bejaardenwerk deelnemende gemeente alsmede de instelling gecoördineerd
bejaardenwerk moesten voldoen om voor subsidie ingevolge deze rijksbij
drageregeling in aanmerking te komen;
overwegende, dat de Tweede Kamer op 27 december 1984 middels het zoge
heten Reikwijdtebesluit het gecoördineerd bejaardenwerk onder de werking
van de Wet Bejaardenoorden (WBO) heeft gebracht, en deze werksoort als
gevolg van dit besluit per 1 januari 1985 onder de verantwoordelijkheid van
de provincie valt;
gezien het advies van de commissie van advies en bijstand aan burgemees
ter en wethouders voor Onderwijs, Cultuur en Welzijn d.d. 9 december
1985, en gehoord de oudere bevolking in deze gemeente;
mede gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 november 1985
1985 en gelet op de artikelen 168 en volgende van de gemeentewet en de
artikelen 8 en volgende en artikel 14 van de tijdelijke rijksbijdragere
geling Gecoördineerd Bejaardenwerk, alsmede op de onderbrenging per 1
januari 1985 van de werksoort bij de Wet Bejaardenoorden;
BESLUIT:
De "Subsidieverordening Gecoördineerd Bejaardenwerk", zoals die werd
vastgesteld op 2 juli 1981 in te trekken en vast te stellen de navolgen
de "Tijdelijke Subsidieverordening Gecoördineerd Ouderenwerk".