-26-
Ten aanzien van het functie-waarderinqs-onderzoek de volqende vraqen:
le Wanneer wordt dit onderzoek afqesloten?
2e Kan of maq de raad kennis nemen van de resultaten van dit onderzoek?
Of zal het colleqe in verband met de privacy hierin eniqe teruqhou-
dendheid betrachten?
Onder het hoofdstuk: Voorlichtinqen wij verstaan daaronder toch iets
anders dan het promoten van partijpolitieke strijdpunten moeten wij voor
het tweede achtereenvolqende jaar constateren, dat de abonnementhouders
op de raadsstukken niet tijdiq kennis hebben kunnen nemen van de be
leidsvoornemens, verwoord in de Beqrotinq 1986.
De betrokkenheid van de burqer wordt door u onderschat.
Ten aanzien van de presentatie van het beleid willen wij ook noq opmer
ken, dat met name de leesbaarheid van datqene, wat naar de abonnement
houders verstuurd wordt, te wensen overlaat. Voor een qoed beqrip, ik
heb het hier niet over de formulerinqen in dit qeval, maar over de lees
baarheid.
Uw voorstel om te komen tot een jaaroverzicht beoordelen wij positief,
zo schreven wij. Eniq vluchtiq kennisnemen van dit jaaroverzicht brenqt
mij er toe u te zeqqen, dat wij dit zeer positief vinden.
Tot slot noq één vraaq: Hoe staat het met de uitvoerinq van de verbou-
winq van het qemeentehuis? We zien er alsmaar noq niets van.
Hoofdfunctie 1. Openbare orde en veiliqheid.
Zowel de orqanieke sterkte van ons politiekorps als de aanstaande ver-
bouwinq, die moet zorqen voor een meer aanqepaste huisvestinq van dit
korps, ervaren wij als zeer positief.
Echter het meest onder de indruk zijn wij van het verstrekte statisti
sche materiaal, waaruit blijkt dat de criminaliteit in zijn alqemeenheid
een duidelijk neerqaande lijn vertoont.
Een pluim op die politie)petdie ook ons zou moeten passen, lijkt hier
zeer wel op z'n plaats.
Ten aanzien van de brandweer: Wij zijn voorstander van eniq samenwer-
kinqsverbandzeker op dit terrein, waarbij in uw verhaal op de eerste
plaats qedacht wordt aan een orqanisatorische taak voor ons corps. De
vraaq, die hier bij ons opkwam, was:
Moqen we hieruit ook afleiden, dat naast het orqanisatorische ook een
materiële afstemminq zal plaats vinden binnen dat samenwerkinqsverband?