-42-
De exploitatierekening van het Energiebedrijf wordt nu nog gecontroleerd
door het Verificatiebureau. Het verbruik van leteringen wordt apart ge
registreerd. Er is een eigen exploitatie van Teteringen. Daardoor is
vrij duidelijk te zien, wat de gemeente te verwachten heeft.
Het rapport van het Verificatiebureau zal over een viertal maanden
klaar zijn. Na informatie is het het college gebleken, dat het voorlopig
eindcijfer begroot is op 189.312,07. Dat blijft dus achter bij de be
groting 1984. Na ontvangst van het rapport zal een en ander geanalyseerd
kunnen worden. Dit resultaat geeft dus aanleiding tot een lager begroot
bedrag in 1986. Het college blijft uiteraard zeer attent op de ontwikke
ling inzake de winstdeling van het energiebedrijf. Het gemeentelijk aan
deel in de winst moet in ieder geval veilig gesteld worden, ook nadat de
PNEM dit bedrijf zou hebben overgenomen.
De redenen, die de Dorpsgemeenschap formuleert om een sociaal fonds af
te wijzen, zijn ook de redenen voor het college om afwijzend tegenover
een dergelijk fonds te staan. In andere gemeenten zou een dergelijk
fonds wel kunnen dienen bij een garantiestelling voor schuldsanering als
andere middelen zouden falen. In onze gemeente is dat nog niet nodig.
Het college blijft alert voor het geval, dat het wel nodig zou zijn,
omdat de andere middelen van de Algemene Bijstandswet nog toereikend
zijn. De fractie van het CDA betreurt het ontbreken van het jaarverslag
voor Sociale Zaken. Het college vertrouwt, dat door het verstrekken van
het jaaroverzicht 1985 voldoende informatie gegeven is.
In 1983 stonden gemiddeld 174 uitkeringsgerechtigden bij het Gewestelijk
Arbeidsbureau ingeschreven, in 1984: 191 en in 1985: 144. Er is dus
sprake van een ombuigende lijn. Hetzelfde valt te constateren bij de WWV
1983: 102, 1984: 105, 1985: 72. Bij de RWW is dat minder ofschoon
wel een daling na een aanvankelijke stijging: 1983: 79, 1984: 108,
1985: 96.
Inderdaad is ongeveer 40?ó van de werklozen in onze gemeente jonger dan
30 jaar. Maar de uitkeringsduur van meer dan 50% van de uitkeringsge
rechtigden is korter dan een jaar. Dat is een gemiddelde want voor 10%
van de jongeren is de uitkeringsduur korter dan een jaar. Daarom is het
moeilijk om voor de jonge werklozen een beleid te voeren. Bij hercontro
le wordt daar regelmatig naar geinformeerd, maar dan blijkt, dat velen
aan een studie bezig zijn met behoud van uitkering of met werk bezig
zijn via uitzendbureaux, waarvan de opbrengst dan weer ten dele gekort
wordt.