II
Wij als college hebben het gevoel, dat de hofjes weer achterhaald zijn.
We zullen ons best doen binnen de beperkte mogelijkheden met name ten
aanzien van de sociale bouw er een aantrekkelijke woonwijk van te maken.
Met betrekking tot de nieuwe bouwlocatie suggereert u, dat wij op voor-
g stel van het C.D.A. en de Dorpsgemeenschap het hele verhaal maar over de
I gemeenteraadsverkiezingen heen tillen. Dat is niet juist. Die suggestie
laat ik voor uw rekening. Dit is voor ons geen motief. Wij hebben er
ernstig naar gestreefd om een en ander in de tweede helft van het vorige
jaar aan de orde te stellen. Maar ik heb u gisteren al gezegd, waarom
het uiteindelijk een aantal jaren duurde voor we met een nieuwe locatie
konden komen. Maar er zijn natuurlijk ook wel eens praktische bezwaren,
die een uitstel van enkele maanden veroorzaken: een afspraak, die verzet
moet worden, allemaal heel huishoudelijke problemen, die er voor zorgen,
dat we pas nu met de voorbereiding komen en we willen het niet op ons
geweten hebben, dat we de raad nu plotseling overhaasten en zeggen: wij
hebben er nu alle tijd voor genomen en nu moet u, raad, dat allemaal
maar in een paar weken gaan doen. Dat vinden wij onverantwoord en dat
heeft niets te maken met informele verzoeken van wie dan ook.
Raadslid van de Kreeke: Dan wil ik in deze graag een opmerking maken.
Dan komen die huishoudelijke problemen, die zijn opgetreden in deze be-
langrijke zaak, sommige fracties goed uit.
Wethouder Vossenaar-BlokdijkDat laat ik geheel voor uw rekening. Het
j had ook u goed uit kunnen komen. Maar we hebben er niet naar gehengeld,
als ik het zo mag zeggen. Mijnheer Joosen, u hebt het over het bollen-
parkje. Daar kom ik dadelijk even op terug want ook anderen spreken
daarover en ik wil dat graag behandelen in samenhang met de opmerkingen,
die gemaakt zijn over de huisvuilverwerking in het algemeen. U zegt: U
hebt eventjes gewacht met de bouwlocatie. Dat heb ik niet gezegd. Ik heb
gezegd, dat ik het u eventjes zou uitleggen. Wij hebben niet eventjes
gewacht met de bouwlocatie, we hebben daar best wel de tijd voor nodig
gehad en ik heb ook gezegd, dat we ook u daar de tijd voor willen gun-
mm nen. Dan zegt u, u hebt niet gereageerd op de gladheidsbestrijding. Dat
heb ik met opzet niet gedaan, want ik vond uw vraag en uw opmerkingen zo
suggestief en zo kwetsend voor onze mensen van de buitendienst, dat ik
ze moedwillig gisteren vergeten heb, maar ik wil er nu wel op reageren.
U stelde, dat in Breda om 9 uur alle wegen vlekkeloos schoon waren, ter
wijl men hier om 10 uur pas uit zijn bed kwam om de zaken te regelen.
Dat is bepaald niet waar.