-78-
Ze zeggen: neen, daar voelen we niks voor.Dat is hun goed recht en we
luisteren daar ook heus wel naar, maar ik zou die fracties toch willen
vragen om de deur nog even op een kier te laten en zich niet al te zeer
te binden aan deze uitspraken. Dat vraag ik omwille van het volgende. Ik
wil u even heel in het kort uiteenzetten, hoe het milieubeleid functio
neert en gefunctioneerd heeft gedurende de laatste jaren. We hebben dat
altijd met groot enthousiasme gedaan en ik zou het betreuren als u moest
concluderen, dat wij niet meer achter dat enthousiasme uit het verleden
staan. Onze gemeente heeft de opdracht om huisvuil in te zamelen. Meer
niet. Verwerken, hoe dan ook, is opgedragen aan gemeentelijke samenwer
kingsverbanden en dat is in dit geval het Stadsgewest. Gelukkig zitten
we in dat stadsgewest. Gelukkig piepen we daar al jaren lang in alle
toonaarden. We hebben in dat gewest geprobeerd om het stortbeleid mee om
te buigen naar een verwerkingsbeleid. Onze gemeente is het geweest, die
in het Stadsgewest steeds gezegd heeft: portefeuillehouder, u moet niet
schrijven:huisvuilverwijdering, maar huisvuilverwerking. Dat vinden wij
belangrijk, want wij moeten aan de toekomst denken. We hebben gloedvolle
betogen gehouden, hier in de raad en in het Stadsgewest, over onze toe
komst. We kunnen de boel wel wegkieperen, hebben we gezegd, maar onze
kinderen zitten met de ellende. Wij zijn verantwoordelijk voor wat er in
de toekomst gebeurt. We hebben dat in het Stadsgewest gezegd en we heb
ben dat hier gezegd. U allen hebt dat ondersteund.
Daarmee hebben we bereikt, dat in het Stadsgewest voor het eerst dit
jaar gesproken is over een plan tot afvalverwerking. Ik heb dat in het
Stadsgewest enthousiast begroet. Wij zijn een muis, heb ik in het stads
gewest gezegd, die brult, maar men hoort ons toch. We hebben dat gedaan
vanuit onze eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van het milieu en van
de toekomst, waarin wij als agrarische gemeente best wat in de melk te
brokken hebben. Onze burgers dragen dat beleid, dat is duidelijk. Dat
wijzen de resultaten van het proefprojekt in Teteringen-Noord uit. We
hebben in het buitengebied een riolering gelegd. Slechts een drietal be
woners doen niet mee. Ook de mensen in het buitengebied zeggen: we moe
ten wat doen aan dat milieu. We gaan zorgvuldig om met onze hinderwets
voorschriften. Iedereen werkt daar naar vermogen aan mee, omdat men zich
bewust is van dat milieu. Ons depot afvalstoffen werkt uitstekend. De
mensen zijn bereid om hun gevaarlijke chemische afvalstoffen weg te
brengen. Al die dingen geven ons een zeker gezag in het Stadsgewest. Men
zegt: "Teteringen spreekt, daar moet je naar luisteren."Die positie wil-