- 22 -
mingsplan en dat is iets meer dan alleen de behandeling van de bezwaar
schriften. De invulling van dit plan richt zich op zo'n 80% sociale wo
ningbouw. Dat is een prachtig streven maar het Rijk heeft de neiging om
steeds minder woningen te laten bouwen. De provincie wil 15% op de na
tuurlijke groei korten. Financieel staat de woningbouw er bijzonder
slecht voor. Sinds 1980 wordt het systeem van de dynamische kostprijs
gehanteerd. Dit betekent in de praktijk, dat de verliezen bijgeschreven
worden omdat men in de veronderstelling verkeert, dat de inflatie en de
stijging van de salarissen voldoende soelaas zou bieden om de ontstane
achterstand in te lopen. Zowel de inflatie als de salarisstijging is
thans minimaal. Globaal betekent dit, dat in onze gemeente van 1980 tot
1984 een verlies bijgeschreven is op de sociale woningbouw van
1.400.000, Het is duidelijk, dat het er voor de sociale woningbouw
en voor de ontwikkeling van de huren beslist niet goed uitziet. Daarom
lijkt het goed indien de gemeente als een soort projekt-ontwikkelaar
goedkope eigen woningbouw zou gaan realiseren, waardoor de eerder ge
noemde effecten wat weggepoetst zouden kunnen worden. In de woningwet-
sfeer zou een degelijk casco aangeboden moeten kunnen worden. De eige
naar zou dan de ruimte moeten krijgen om daar invulling aan te geven.
Mede gezien de rente-ontwikkeling en het fiscale voordeel zouden de
lasten in de buurt moeten kunnen komen van vergelijkbare huurlasten.Deze
gedachte is ingegeven door het feit, dat vele mensen graag een eigen wo
ning zouden willen hebben. Dit is overigens geen geringe opgave.
Wethouder Vossenaar-Blokdijk zegt tot raadslid Haveman, dat het college
natuurlijk uiterst zorgvuldig met de bezwaarschriften omgegaan is. Zij
verwijst in dit verband naar het ontwerp-raadsbesluit. De conclusie, dat
de bezwaarschriften geen aanleiding gegeven hebben tot het aanbrengen
van wijzigingen in het ontwerp-plan is pas na lang en rijp beraad ge
trokken kunnen worden. Bezwaarschriften behoren getoetst te worden aan
bestaande wetten en regelingen. Het gevoel kan daarbij geen rol spelen.
Raadslid van de Kreeke spitst zijn betoog toe op de ontsluiting op de
Groenstraat, die vecht voor haar karakter. De Groenstraat ziet er inder
daad anders uit dan andere straten. Met name door het feit, dat het col
lege probeert een uitgang zo zorgvuldig mogelijk te plannen, dat het ka
rakter van de Groenstraat zo weinig mogelijk aangetast wordt. Het colle
ge zowel als de raad nu staat voor het maken van een keuze. Alle moge
lijkheden om tot een andere ontsluiting te komen, zijn de revue gepas
seerd. Een ontsluiting op de Hoolstraat zou van een volkomen ander ka
rakter moeten zijn dan een ontsluiting op de Groenstraat.