- 23 -
Wil er een kwalitatief goede aansluiting op de Hoolstraat gemaakt wor
den, dan moet dat een aansluiting worden, die ook ruimtelijk goed is.
Het zou een duidelijke toegang tot een wijk moeten worden. De aanslui
ting van de Espakker op de Hoolstraat is er een, die niet nog eens her
haald mag worden. Bij een aansluiting op de Groenstraat kan die aange
past worden aan het karakter van die straat. Een wijk, die maar via een
aansluiting bereikt kan worden, is geen veilige wijk en ze wordt ook als
zodanig ervaren. Het ontbreken van gestrekte wegtracé's in het Kerkeind
moet voorkomen, dat in dat plan met grote snelheid gereden wordt. Wan
neer er delen van het Kerkeind afgerond zijn, zal het college, de wet
houder heeft dat al eens eerder gezegd, met aandacht de verkeerssituatie
bekijken en bezien of de verkeerssituatie naar behoren functioneert en
zo dat niet het geval mocht zijn, zullen er maatregelen genomen moeten
worden. Dat de charme van een woonwijk gelegen zou zijn in het feit, dat
ze niet te zeer ontsloten is, laat spreekster voor rekening van raadslid
van de Kreeke. Men mag niet te licht denken over de veiligheid en het
gevoel, dat de mensen daarvan hebben.
Het gaat niet om winnen of verliezen zo zegt zij tot raadslid Joosen,
maar om ruimtelijke ordening en volkshuisvesting. De gemeente is er toe
geroepen, daartoe plannen te ontwikkelen. De burger behoudt volledig
zijn recht om bezwaren in te dienen. Anderen zullen in dat geval uitma
ken, wie wel of geen gelijk heeft. De heer Verstegen heeft gelijk wan
neer hij zegt, dat het gevoelsmatig voor bedrijven wel degelijk verschil
uitmaakt of de exploitatie in de nabijheid van een woonwijk of van een
sportcomplex plaatsvindt. Maar met gevoelsmatige overwegingen kan en mag
geen rekening gehouden worden. Het gemeentebestuur heeft alleen te maken
met objectieve regels. Aan de studiegroep is indertijd mondeling toege
zegd, dat er overleg zou plaatsvinden, wanneer er plannen gingen komen.
Dat overleg is er geweest. Het heeft niet tot overeenstemming geleid.
Het gemeentebestuur moet ruimtelijke plannen ontwikkelen en daarbij moet
het algemeen belang afgewogen worden tegen het particulier belang. Tot
raadslid van Beek zegt zij, dat hier gesproken moet worden over een
nieuw bestemmingsplan, een herziening, die leidt tot een nieuw plan. Het
is uiteraard niet waar, dat Kerkeind 4 ontwikkeld is om de ontsluiting
op de Groenstraat te forceren. Ook uit verkeerstechnische overwegingen
is het onaanvaardbaar een ontsluiting op de Hoolstraat te maken. Boven
dien zou dat een extra belasting betekenen voor de mensen, die er wonen;
terecht merkt raadslid van Beek op, dat ook daar mensen wonen.
De voorzitter vervolgt en zegt, dat hij in dit verband niet wenst te