- 30 -
Verslag van het vragenhalfuur na de raadsvergadering van 20 maart
1986.
De heer Bartels vraagt aan wethouder Vossenaar-Blokdijk of Gedeputeer
de Staten in 1977 gek geweest zijn door de Groenstraat in het gelijk
te stellen. Voorts zegt hij, dat de burgemeester vorig jaar beloofd
heeft, dat een geroofde boom herplant zou worden. Hij herinnert de
burgemeester aan deze toezegging. Het hap-snapbeleidzo zegt hij te
gen raadslid van Beek, wijst op het feit, dat er indertijd een uit
spraak geweest is, dat B.en W. hen toen openlijk gesmeekt hebben niet
door te gaan tot de Kroon. De Groenstraat heeft toen in deze zaal ge
zegd: wij gaan niet door tot de Kroon, maar waar kunnen we dan op re
kenen? Ons is toen te verstaan gegeven: de uitspraak van Gedeputeerde
Staten zal in acht genomen worden. Toen zijn de HAT-eenheden gebouwd
enz. De Groenstraat heeft daar niet op gereageerd en is er, zoals nu
blijkt, ingetrapt. Reclamanten hadden er toen op moeten wijzen, dat
het plan binnen een jaar herzien moet worden. Dat is niet gebeurd, ge
let op de ontvangen toezegging.
Raadslid van Beek zegt, dat hij in zijn betoog slechts heeft willen
aangeven, hoe een bewoner de situatie in het Kerkeind, zoals die
thans is, ervaart. De opmerkingen van de heer Bartels zijn een herha
ling van diens bezwaarschrift. Hij zal daar niet verder op ingaan.
Wethouder Vossenaar-Blokdijk zegt zich te onthouden van enig waarde
oordeel inzake de besluitvorming van Gedeputeerde Staten.
De burgemeester zegt, dat de gemeente zichzelf een kapvergunning ver
leend heeft zonder een herplantplicht.
De heer Bartels zegt, dat er proces-verbaal opgemaakt is, omdat er een
boom gekapt is zelfs zonder dat de burgemeester dat wist. Van het pro
ces-verbaal is nooit meer iets vernomen. In het overleg heeft de bur
gemeester beloofd, dat er in het voorjaar een nieuwe boom geplant zou
worden. Aan dat overleg namen ook de heren Maes en Franken deel. Ook
zij herinneren zich deze toezegging.
De burgemeester zegt, dat hij in verband met het zonder vergunning
doen kappen van een boom gehoord is. Hij heeft daarover ook niet meer
gehoord. Wanneer de heer Bartels daar meer over wil weten, zal hij
zich tot de Officier van Justitie moeten wenden.
De heer Bartels vraagt vervolgens naar de toezegging tot het herplan
ten van een boom.