b. aangelegenheden betreffende cultuur;
c. sport en recreatie;
d. jeugd-en jongerenwerk;
e. vormings-en ontwikkelingswerk voor volwassenen;
f. volksgezondheid;
g. maatschappelijke dienstverlening;
h. emancipatie;
i. zorg voor ouderen;
j. milieuhygiëne.
Artikel 4.
Met inachtneming van de in artikel 2 genoemde taakstelling is de com
missie bevoegd:
a. op verzoek van burgemeester en wethouders en eigener beweging advies
uit te brengen over de in artikel 2 genoemde aangelegenheden, die bij
het college van burgemeester en wethouders in voorbereiding zijn en
die dit college voornemens is ter besluitvorming aan de raad voor te
leggen, vóórdat het daartoe strekkende voorstel aan de raad wordt
aangeboden;
b. op verzoek van het college van burgemeester en wethouders advies uit
te brengen over zaken die niet onmiddellijk een raadsbesluit vragen.
Artikel 5.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 29 april 1986.
Aldus vastgesteld in de openbare ver
gadering van 20 maart 1986.
De raad voornoemd,
voorzitter
Asecretaris.