- 40 -
9. Voorstel tot het wijzigen van een besluit tot verkoop van grond.
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeen
komstig het voorstel van burgemeester en wethouders.
10Voorstel inzake het verhuren van een perceelsqedeelte grond ten behoeve
van verkoopactiviteiten.
Raadslid Joosen vreest een concurrentiestrijd indien het hier een andere
ondernemer betreft dan degene die aldaar al jaren staat. Voorts vraagt hij
of verkoopactiviteiten ook mogen plaatsvinden op andere plaatsen dan de
onderhavige. In het bevestigende geval vraagt hij zich af waar het begin
en het einde van dit soort zaken is.
Raadslid Valk merkt op, dat degenen die niet een stukje grond hebben ge
huurd, maar wel een ventvergunning hebben zich vermoedelijk niet zullen
laten wegsturen, hetgeen ook in het nadeel zal zijn van degene die aldaar
voor drie jaar grond wil huren voor een bedrag, waar hij wellicht zakelijk
niet aan zal uitkomen. Hij vraagt of men hierop in het verleden heeft ge
let dan wel of dit nu naar boven is gekomen naar aanleiding van het onder
havige verzoek.
Raadslid Van Beek vindt het voorstel wel oké, zonder het hierbij overigens
over een bepaald merk ijs te hebben. Zijn fractie heeft niettemin met eni
ge verbazing kennis genomen van het aanzienlijke bedrag dat een ondernemer
hiervoor over heeft. Hij denkt dat iemand met een ventvergunning dezelfde
activiteiten mag ontplooien zonder iets te huren.
De voorzitter kan geen antwoord geven op de vraag van de heer Joosen of
het hier gaat om dezelfde ondernemer als degene die al jaren op de bewuste
plaats staat. Er is een verzoek ontvangen om tegen een bepaald bedrag een
standplaats in te nemen. De mogelijkheden daartoe zijn door het college
bezien. Burgemeester en wethouders zijn van mening, dat daartegen geen be
zwaren bestaan, mits met de nodige waarborgen omkleed zoals bijvoorbeeld
de verkoop van onverpakt ijs. De voorzitter gaat er van uit, dat de be
trokken aanvrager een en ander terdege bekeken zal hebben en bereid is dit
ondernemersrisico te nemen. Het verlenen van toestemming wordt verder door
niets in de weg gestaan. Van het college mag bij zijn voorstellen en van
de raad bij zijn beslissingen verwacht worden, dat ervoor gezorgd wordt,
dat binnen een bepaalde straal niet allerlei ijscoventers naast elkaar
zullen komen te staan. Degenen, die een ventvergunning hebben mogen in
principe overigens niet op een bepaalde plaats gaan staan, doch moeten
rijdende zijn.