- 20 -
blijkt ook de prioriteit die gemeenten aan een bepaalde restauratie hech
ten.
Een meerjarenprogramma dient aan de volgende eisen te voldoen:
1. het moet de vorm van een raadsbesluit hebben;
2. het moet een overzicht bevatten van de in technische zin matige en
slechte monumenten, waarvan restauratie in de desbetreffende periode
wordt overwogen;
3. het moet een gefaseerde aanpak van de uitvoering van het programma aan
geven;
4. het moet een indicatie inhouden van de kosten voor de eigenaar per res
tauratie, alsmede van de hoogte van het subsidie dat door hem van de
minister wordt verwacht;
3. het moet ingediend worden vóór 1 september van het jaar, dat vooraf
gaat aan het eerste jaar, waarop het betrekking heeft, i.e. vóór 1 sep
tember 1986.
Aanvulling van dit meerjarenprogramma is ieder jaar mogelijk. Ook kunnen
daarin wijzigingen worden aangebracht.
Het meerjarenprogramma dient bij de minister van W.V.C. te worden inge
diend en in afschrift aan de provincie te worden gezonden. Ook de aanvul
ling daarop en de wijzigingen daarin.
Budgetreservering
Het bedrag, dat de Minister jaarlijks voor deze subsidieregeling beschik
baar stelt (voor 1990 naar verwachting 91.300.000,wordt voor die
gemeenten gereserveerd, die een meerjarenprogramma ingediend hebben. Het
landelijk aantal rekeneenheden is van rijkswege vastgesteld op 60.456. Een
beschikbaar budget van 91.3 min gedeeld door dat aantal rekeneenheden
levert per rekeneenheid 1.310,op. Het monumentenbestand is landelijk
onderverdeeld in "groot" en "klein". Als "groot" zijn aangemerkt: openbare
gebouwen, verdedigingswerken, kerkelijke gebouwen, liefdadige instellin
gen, weg- en waterwerken en kastelen. Als "klein" zijn aangemerkt objecten
in en delen van kerkelijke gebouwen/woonhuizen, agrarische gebouwen, mo
lens, horeca-instellingen en andere losse objecten.
Onze gemeente telt per ultimo 1984 één groot en vijftien kleine monumen
ten. Het landelijk geldende verhoudingscijfer van de gemiddelde herstel-
kosten voor de categorie "groot" is 4,7 en voor "klein" 1,0.