De voorzitter zegt, dat het Web-bestuur een subsidie heeft gekregen voor
het laten maken van een rapport en stelt dat hij eerst de bespreking in
het Web-bestuur wil afwachten. Daarna kan het in de raad ter bespreking
komen.
Hierna worden de ingekomen stukken voor kennisgeving aangenomen.
Mededeling van burgemeester en wethouders
Raadslid Van de Kreeke zegt, dat het niet niks is hetgeen in de commissie
van de gemeente Breda gebeurd is. Het antwoord, dat door het college aan
Breda gegeven is, is naar zijn mening een juist antwoord.
Het antwoord van Breda is begonnen met een excuus aan het college, dat
het zo gelopen is. Spreker zegt, dat hij verder met de inhoud van de
brief niet zo gelukkig is. Hij heeft uit de inhoud van de brief menen te
mogen concluderen, dat Breda op dit moment in een vergevorderd stadium is
om plannen te gaan uitwerken t.a.v. de Vugtpolder in leteringen. Hij vindt
dit een jammerlijke zaak, ongeacht de verontschuldigingen en hoopt dat
voordat er verder iets gedaan wordt, er eerst contact met leteringen
wordt opgenomen.
Raadslid Prince vraagt, of er in het groenstructuurplan van Breda meer
alarmerends stond dan wat er in de vage toelichting stond, die bij de
brief van B. en W. van Breda zat. Van die vage toelichting zijn we niet
veel wijzer geworden. Spreker vraagt zich af, welke indicaties Breda toe
denkt aan het grondgebied van Teteringen. Ook vraagt hij zich af hoe de
reactie van het college zal zijn op de brief van de gemeente Breda.
Raadslid Valk zegt dat ook hij een reactie wil geven op het groenstruc
tuurplan van Breda. Op blz. 2 staat dat men met betrekking tot de Hoge en
Lage Vugt wil komen tot een verbetering van de stadsrand en een ontwikke
ling van bos en water. Verder wordt er gezegd, dat in de aan de raad
voorgelegde concept-besluiten over het gebied van de Hoge en Lage Vugt
geen uitspraak is opgenomen welke verder gaat dan het accepteren van een
richtbeeld. Tegen de achtergrond van een en ander is het college van
Breda van mening, dat dit spoort met de contacten, die het college gehad
heeft met de portefeuillehouder Ruimtelijke Ordening van Breda en dat
zulks derhalve niet als incorrect aangemerkt kan worden.
Spreker vraagt zich af, op welke manier Breda van Teteringen afgehouden
kan worden en wil zeer sterk benadrukken, dat de gemeente Teteringen op
haar zaak moet letten.
De voorzitter zegt ook van de brief van Breda te hebben kennis genomen en
stelt dat het college met sommige formuleringen niet helemaal gelukkig is.