GEMEENTE TETERINGEN -18a- In de raadsvergadering van 4 september j.l. heeft raadslid Brounts de aandacht van ons college gevraagd voor de slechte staat, waarin het fietspad aan de Lage Weg verkeert. Is het college, zo vraagt zij, met een en ander bekend, op welke termijn wordt er iets aan gedaan en wie moet dat dan betalen? In antwoord op deze vragen merken wij op, dat het college met een en an der bekend was, dat herstel reeds enige tijd geleden heeft plaatsgevonden en dat de kosten daarvan ten laste van het betreffende Aannemersbedrijf gekomen zijn. In de raadsvergadering van 2 oktober j.l. heeft raadslid Brounts ge vraagd, of het college er mee bekend is, dat inwoners van Teteringen niet meer mee kunnen doen aan het sociaal-cultureel werk in Breda van mensen met een uitkering. Geldt dit ook voor andere activiteiten? Heeft het col lege overwogen in dezen maatregelen te nemen? In antwoord op deze vragen zij vermeld, dat in de financiering van de ac tiviteiten van het sociaal-cultureel werk in de afgelopen jaren een grote wijziging is opgetreden. Aanvankelijk kwam het grootste deel van de beno digde gelden van het ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid (ar tikel 36 W.W.V.) en van het ministerie van welzijn, volksgezondheid en cultuur. Van laatstgenoemd ministerie wordt geen subsidie meer ontvangen, terwijl het subsidie in het kader van artikel 36 van de W.W.V. sterk ver laagd is. Als gevolg hiervan worden momenteel de activiteiten van het sociaal-cultu reel werk, behoudens de personeelskosten, nagenoeg geheel door de gemeen te Breda betaald. Mede gelet op de beperkte financiën worden er in het algemeen alleen nog maar inwoners van Breda toegelaten. In bijzondere gevallen is deelname van personen uit andere gemeenten toch mogelijk. In voorkomende gevallen worden daartoe door ons de nodige kon takten gelegd. Teteringen, 18 november 1986. Arn. van den Berg J. Mertens burgemeester. secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 31