-2-
4. Behandeling van de begroting 1987 van de gemeentelijke bedrijven en van de
algemene dienst
De voorzitter verleent het woord aan raadslid Valk, die spreekt als volgt:
Mijnheer de Voorzitter,
Nu de beschouwingen 1987 gehouden worden moeten wij constateren, dat ook
leteringen te maken krijgt met de bezuinigingen van de Rijksoverheid, die
doorwerken ook in de begroting van 1987 en in de meerjarenbegroting.
Het begrotingstekort van 220.000,is mede ontstaan door bezuinigingen
van de Rijksoverheid, de belangrijkste post is hier de Algemene Uitkering
uit het Gemeentefonds, die met een bedrag van 144.000 gulden is vermin
derd. Over de post Sociaal-Cultureel werk die voor onze gemeente voor bij
na de helft is teruggebracht lijkt de zaak nog niet geheel definitief te
zijn, dat zijn althans de laatste ontwikkelingen die zich in Den Haag
voordoen, zodat van het bedrag van 13.500,misschien nog de helft, in
voor ons positieve zin, zullen worden teruggedraaid (inmiddels weer ach
terhaald)
De maatregelen die genomen worden, mijnheer de voorzitter, om tot een
sluitende begroting te komen zijn volgens u moeizaam geweest en daar zijn
ingrijpende maatregelen voor nodig geweest. Die ingrijpende maatregelen
vallen best erg mee als wij zien welke de maatregelen zijn:
1. Het beperken van rentetoevoegingen aan reserves en voorzieningen; u
heeft gekozen voor 4j?ó minder rentetoevoeging aan de algemene reserve,
geen rentetoevoeging aan voorzieningen Algemene Dienst en l£?ó minder ren
tetoevoeging aan de belegde bedrijfsreserve.
Het C.D.A. kan hier met u meegaan in de gedachte die daaraan ten grondslag
ligt, maar men had misschien dit jaar aan de algemene reserve helemaal
geen rente kunnen toevoegen, dat had voor de post onvoorzien een verhoging
van 46.000 gulden betekend, mooi meegenomen.
2. Het verlengen van afschrijvingstermijnen voor diverse objecten.
Is dit niet een beetje het afschuiven van de huidige problemen naar een
later tijdstip, de toekomst?
Het C.D.A. draagt hoog in het vaandel: Samen Verantwoordelijk. Laat ons,
Mijnheer de Voorzitter, de durf hebben om indien nodig problemen aan te
pakken en ze niet voor ons uit te schuiven.
3. Het verlagen dan wel afvoeren van enkele uitgavenposten.
Mijnheer de Voorzitter, zijn er dan echt geen posten te vinden geweest waar
op bezuinigd kon worden, de "pijn" die geleden wordt is vrijwel nihil, het
werkelijke kijken naar takken van dienst of daar eventueel door een betere
organisatie en/of coördinatie iets kon worden "bijgeschaafd" dat zijn we
niet tegengekomen.