GEMEENTE "TETERINGEN
Raadsvergadering 26 februari 1987.
Agendanr. 5
Voorstel tot het wijzigen van de "Verordening inzake de behandeling van
bezwaarschriften ingevolge de Wet administratieve rechtspraak overheids
beschikkingen"
Aan de raad,
Bij uw besluit van 18 januari 1977 werd vastgesteld de "Verordening inza
ke de behandeling van bezwaarschriften ingevolge de Wet administratieve
rechtspraak overheidsbeschikkingen"
In deze verordening is uitgegaan van de situatie dat ingevolge artikel 14
van de Wet arob de indiener van het Arob-bezwaarschrift en zo nodig ande
re belanghebbenden altijd in de gelegenheid gesteld moeten worden zich te
doen horen.
Ingevolge een recente wijziging van artikel 14 van de Wet arob kan sinds
1 januari 1987 het horen van de indiener en van andere belanghebbenden
achterwege blijven, indien het bezwaarschrift kennelijk niet-ontvankelijk
is. Het gaat hier om een facultatieve bevoegdheid, zodat he., mogelijk
blijft om bij een kennelijk niet-ontvankelijk bezwaarschrift toch te ho
ren. Nu in de voornoemde verordening ervan wordt uitgegaan dat er altijd
gehoord wordt, zou daaruit de conclusie kunnen worden getrokken dat de
Wet arob weliswaar de mogelijkheid biedt om bij kennelijke niet-ontvanke-
lijkheid het horen achterwege te laten, maar dat van gemeentewege deson
danks is bepaald dat er altijd gehoord wordt.
De indiener van een bezwaarschrift of een andere belanghebbende zou in
beginsel op de vastgestelde regeling een beroep kunnen doen, waarmee de
gewijzigde wettelijke mogelijkheid teniet wordt gedaan.
Wij stellen u dan ook voor in de "Verordening inzake de behandeling van
bezwaarschriften ingevolge de Wet administratieve rechtspraak overheids
beschikkingen" een bepaling op te nemen conform het nieuwe artikel 14,
tweede lid, van de Wet arob.
Een ontwerp-besluit tot wijziging van de genoemde verordening hebben wij
bij de raadsstukken voor u ter inzage gelegd.
Teteringen, 3 februari 1987.
Burgemeester en wethouders van Teteringen,
Arn.van den Berg
burgemeester
J.Mertens
secretaris.