verd hebben en nog zullen opleveren. In 1992 loopt het kontrakt met de
Grontmij voor de stortplaats Bavel/Dorst af en in dat jaar wil het Stads
gewest voorbereidingen voltooid hebben om tot uitvoering over te gaan van
datgene, wat het Gewest als nieuwe mogelijkheid voor de oplossing van het
afvalprobleem kiest. Daar is spreker verheugd over. Zijn fractie is van
mening, dat het hoog tijd wordt, dat de afvalproblematiek metterdaad wordt
aangepakt, tien kan niet met studeren en het uitvoeren van proefprojecten
bezig blijven. In andere regio's zijn al beleidskeuzen gemaakt en gereali
seerd. Daaruit blijkt, dat er een voorkeur bestaat voor grootschalige af
valverwerkingstechnieken ondanks de grote kosten, die zulke technieken met
zich mee brengen. Zijn fractie heeft hier al meermalen voor gepleit. Men
zal moeten inzien dat het steeds meer storten van steeds meer afval onver
antwoord is. Men zal moeten komen tot verwerking en men zal daar grote fi
nanciële offers voor over moeten hebben. Zulks vraagt wel om een mentali
teitsverandering. Het gemeentebestuur heeft daar een taak in. Hij vraagt
raadslid van de Kreeke in het stadsgewest duidelijk naar voren te brengen,
dat het gemeentebestuur van Teteringen zich van die taak wil kwijten, en
dat onze gemeente kiest voor een zorgvuldig omgaan met het milieu en met
de grondstoffen, ook al zijn de financiële gevolgen daarvan ingrijpender.
Raadslid van Beek-Mulders vraagt in het kader van de vuilverwerking de
aandacht voor het ophalen van landbouwplastic. Zij hoopt, dat zulks ook in
Teteringen zal kunnen gaan gebeuren.
Raadslid De Lange zegt in tegenstelling tot hetgeen zijn collega Prince
betoogd heeft zo langzamerhand geen goed woord meer over te hebben voor
het afvalverwerkingsbeleid van het Stadsgewest. Het zegt zelf bepaald niet
voorop te lopen en dat getuigt van enige zelfkennis. Spreker is van mening,
dat het gewest flink achterloopt bij andere gewesten of gemeenten. Als men
de inhoud van het onderzoek bekijkt, dan valt men nu weer helemaal in her
haling. Men schakelt nu weer D.H.V., dat indertijd al een uitvoerig rap
port samengesteld heeft, in. Waarom moet dat nu weer opnieuw gebeuren? Hij
begrijpt er niets meer van. Een tenslotte: hoe staat het nu met de wijk-
recycling?
Wethouder Vossenaar-Blokdijk zegt in haar antwoord, dat het een provinci
ale taak is om er voor te zorgen, dat het afval verwerkt, verwijderd of op
welke andere wijze dan ook behandeld wordt. Terecht dringen de stadsgewes
telijke vertegenwoordigers er bij de Provincie dan ook op aan om haast te
maken met het voorwerk. Bij het Stadsgewest leven er voldoende plannen.
Het gewest loopt niet achter; het is volledig op de hoogte van wat er hier
en daar gebeurt. Men moet niet vergeten, dat er minimaal tot 1992 ver
plichtingen bestaan ten aanzien van de stortplaats Bavel/Dorst. Zij wijst